Homeopathische Remedies | Psorinum
| door Dr. Frans Kusse |
Herkomst
In zijn werk ‘Chronische Ziekten’ heeft Hahnemann zijn ideeën ontvouwd over het ontstaan van ziekten. Volgens hem zijn alle ziekten begonnen met psora. Dit woord betekent zoiets als ‘bezoedeling’, maar werd ook gebruikt voor ‘schurft’, de besmettelijke huidaandoening die wordt veroorzaakt door de schurftmijt. Het is niet waarschijnlijk dat Hahnemann deze huidziekte als zodanig bedoelde toen hij sprak over de oorzaak van ziekten.
Hij zocht de werkelijke oorzaak van ziekten namelijk meer op het energetische dan op het stoffelijke gebied. Er is door zijn leerlingen veel gespeculeerd over wat hij wel bedoelde met psora en nog steeds zijn er discussies over, vooral onder de Argentijnse en Mexicaanse homeopathische artsen.
Eén van de interpretaties luidt dat Hahnemann met psora zoiets bedoelde als de vatbaarheid om ziekten te krijgen door het afgesneden zijn van de primaire bron (God of de -eigen- natuur). Masi Elisalde, een bekende Argentijnse arts en filosoof, vond bij Thomas van Aquino een verklaring voor dit dilemma. Hij vergelijkt psora met de toestand van de mens die is ontstaan doordat Adam en Eva uit het paradijs zijn verjaagd. Enerzijds het gevoel van angst en onzekerheid, anderzijds het terugverlangen naar het paradijs. Vanuit dit perspectief gezien heeft ieder mens een stukje psora in zich.
Geneesmiddelproef
Er waren twee geneesmiddelen die Hahnemann het meest vond passen bij het psorische probleem van de mens: Sulfur (zwavel) en Psorinum. Met Psorinum heeft Hahnemann zelf een geneesmiddelproef gedaan, zo’n tweehonderd jaar geleden. Hij nam hiervoor de pus uit een blaasje van een ontsteking ten gevolge van de schurftmijt en potentieerde (potentiëren= verdunnen en schudden) deze dertig maal in een oplossing met water van 1 op 100. In deze C30 zoals wij deze potentie noemen, zit dus geen molecuul meer van de oorspronkelijke stof, laat staan een spoor van de schurftmijt. Het is puur de energie van deze verstoring die in het geneesmiddel Psorinum terecht is gekomen. En deze energie is in staat mensen die door allerlei omstandigheden, vaak door gebeurtenissen in de vroege jeugd, uit balans zijn geraakt, te helpen genezen.
Huidaandoeningen zijn waarschijnlijk in alle tijden beladen geweest. Of iemand nu eczeem, psoriasis of schurft had, voor de onwetende mensen was het allemaal iets besmettelijks. En nog steeds heeft de naam van deze laatste huidziekte een negatieve bijklank. Niet zelden werd het geassocieerd met armoede of involdoende hygiëne. Tegenwoordig weten we gelukkig dat schurft door een parasiet wordt veroorzaakt die van mens op mens wordt overgebracht en soms via besmet beddengoed. De reguliere geneeskunde heeft afdoende middelen om de schurftmijt, die deze infectie veroorzaakt, te bestijden en deze middelen zijn ook nodig, want er zijn voor zover ik weet geen gevallen beschreven waarbij schurft verdween met een homeopathisch middel.
Huidklachten
Het zal niemand verbazen dat huidklachten de eerste aanwijzing vormen voor het middel Psorinum. Mensen die Psorinum (voor een bepaalde tijd) nodig hebben -we zullen hen voor het gemak Psorinum-mensen noemen- hebben meestal huidklachten die gepaard gaan met een verschrikkelijke, ondraaglijke jeuk. Het wonderlijke is dat, terwijl Psorinum-mensen meestal heel kouwelijk zijn en veel behoefte aan warmte hebben, deze jeuk verbetert door kou.
‘s Nachts in bed wordt de jeuk nog erger, vooral door de warmte van het bed. In de zomer verbeteren de huidklachten in het algemeen en ‘s winters nemen ze toe.
Het is heel belangrijk dat deze huidklachten niet onderdrukt worden. Juist mensen die Psorinum nodig hebben, reageren daar heel slecht op. Als de huidklachten verdwijnen, kunnen er allerlei andere ziektebeelden voor in de plaats komen, zoals astma, zweten, witte vloed etc..
Ook kan de verstoring zich dan meer gaan uiten op psychisch gebied. Psorinum-mensen hoeven helemaal geen ernstige psychische klachten te hebben zolang de huid als uitlaatklep dient. Wordt deze uitlaatklep echter afgesloten door zalven of inwendige medicijnen, dan kan de verstoring zich gaan uiten op dieper niveau. En de geest is uiteraard een dieper of hoger niveau van de mens dan de huid.
Tekort
Niet iedereen die Psorinum nodig heeft, kampt met psychische klachten. De huidproblemen kunnen een erfelijke oorzaak hebben of te maken hebben met een allergie. Opvallend is bijvoorbeeld de honger die Psorinum-mensen kunnen hebben, vaak voor of tijdens een hoofdpijnaanval. Een ander karakteristiek symptoom van Psorinum-mensen is, dat zij zich juist heel goed voelen voordat zij ziek worden.
Zowel uit de geneesmiddelproeven als uit de dagelijkse praktijk blijkt dat mensen die Psorinum ook voor hun geestelijke balans nodig hebben, ergens een gevoel van tekort ervaren. Ook al hebben zij materieel alles wat ze nodig hebben, toch kan daar die angst zijn voor armoede, een angst dat ze alles zullen verliezen, voor faillissement, voor falen op zakelijk gebied en ook op het gebied van ziekten. Vooral de angst voor kanker komt veel voor bij Psorinum-mensen.
“Het komt nooit meer goed”.
Als er sprake is van psychische klachten, hebben zij dit tekort ooit eerder ervaren, meestal in hun jeugd, en kunnen het idee niet loslaten dat ze het weer zullen ervaren. Het is logisch als we weten wat er vroeger gebeurd is. Er kan armoede thuis zijn geweest en een gevoel er niet bij te horen op school. Het kan ook ontstaan zijn door grote problemen in de huiselijke situatie, bijvoorbeeld een scheiding van de ouders of een tekort aan affectie van één of beide ouders. In ieder geval zijn de gebeurtenissen zo ernstig geweest dat Psorinum-mensen moeilijk kunnen geloven dat het ooit nog goed komt. Er is vaak een diepe wanhoop, een diep gevoel van tekort gekomen te zijn. Als iemand hen iets belooft, vertrouwen ze hem niet. Het is toch vroeger ook niet gebeurd? Waarom zou iemand om hen geven of iets goeds voor hen doen?
SCHULD
Bovendien hebben ze het idee dat ze er zelf schuldig aan zijn, alsof ze het zelf hebben gedaan. Ze zullen eerder zichzelf de schuld geven van hun narigheid dan een ander en zullen daarom hun boosheid niet snel richten op een ander. Hun gevoel van onwel bevinden komt er wel uit, ze willen wel praten, maar het lijkt meer op klagen. Ze voelen zich hulpeloos, machteloos en soms zelfs hopeloos. Ze kunnen overal geïrriteerd over raken en niemand kan hen helpen. Het is voor anderen niet gemakkelijk hen te steunen, omdat de werkelijke wond vaak te diep zit en meestal niet kan helen met de aandacht en liefde van naasten alleen. Om te kunnen genezen hebben zij professionele hulp nodig in de vorm van psychotherapie en/of een goede homeopathische arts die dit diepwerkende geneesmiddel herkent.