Je bent wat je eet

daar zijn de meesten van ons het over eens:

Je bent wat je eet

Ik wil heel graag wat van gedachten wisselen rond een schitterend opiniestuk uit Knack, ‘De gevolgen van ultrabewerkte voeding in mijn huisartsenpraktijk’ door Dr. Staf Henderickx.

Dit opiniestuk wordt in nieuwsbrief Homeopathisch Bekeken n° 40 besproken

       Ga naar het artikel

‘Je bent wat je eet’, daar zijn de meesten van ons het over eens.

 

Toen ik  de herkomst van het woord ‘eten’ (niet vindbaar op wikipedia) wou nagaan kwam ik via 

https://en.wiktionary.org/wiki/voeden op het oud-Nederlandse *fuoden, afgeleid van  Proto-Germanisch *fōdijaną, dat zijn oorsprong vindt in het  Proto-Indo-Europeisch woord *peh₂-.

  1. voeden
  2. grootbrengen/opvoeden(van kinderen)

het woord ‘peh‘ brengt me via 

https://en.wiktionary.org/wiki/Reconstruction:Proto-Indo-European/peh%E2%82%82-

bij woorden als (doen) grazen, herder/beschermer, cultuur, opbouw

Hiermee rijst een belangrijke vraag: doet onze huidige voeding dit allemaal: beschermt het ons en onze kinderen, voedt het ons, cultiveert het ons, geeft het ons bouwstoffen? Een en ander stelt toch tot nadenken als ik het artikel uit Knack doorneem en als ik kijk naar de inhoud van winkelkarretjes of wat de schoolgaande jeugd voor ‘lekkers’ in de mond stopt.

Basisgezondheidszorg moet in het basisgezin beginnen

Een tweede bedenking die ik me maakte was : hoe nemen we voedsel tot ons?

Een tweede bedenking die ik me maakte was : hoe nemen we voedsel tot ons?

De eerste voeding die we na de geboorte tot ons nemen gebeurt (idealiter) via de moedermelk op aangeven van de reukorganen. De baby snuffelt zijn weg tot hij aanhapt aan de warme moederborst. Hij krijgt niet alleen voeding binnen maar tegelijk een flinke portie warme moederliefde. Dit alles zit vervat in het beschermende ‘voeden’. Elke baby weet instinctief dat zolang hij vertoeft in de beschermende armen van de mama hem niets kan overkomen.

Dan komt het moment van de tanddoorbraak en wordt een eerste aanzet gegeven voor het verkennen van de buitenwereld. Reuk en smaak worden afgestemd op een steeds groter palet aan smaken en texturen, baby keert zich af van voedsel dat hem geen goed doet of brengt het terug. 

 

Kennismaken met specerijen

Een volgende stap in de ontdekking van de voedingswereld komt als baby kennismaakt met specerijen. In oorsprong zijn dit stoffen die vaak toegevoegd worden aan voeding o.w.v. hun geneeskundige werking: denk maar aan de thijm (die slijmoplossend werkt) in de soep of de muntthee (die doet zweten en dus afkoelt in warme landen, peper vervult dezelfde functie en is heel populair in warme landen) of de verwarmende kaneel in de winter.

Dus de eerste ‘dokters’ zijn eigenlijk de keukenprinsen of –prinsessen wat duidelijk aangeeft dat basisgezondheidszorg in het basisgezin moet beginnen. 

Plantenkunde

Als je er goed over nadenkt zijn de eerste apothekers ook een speciaal soort koks. Ze kennen goed de geneeskrachtige eigenschappen  van allerlei planten, bouwstoffen en weten ze in de juiste verhoudingen samen te stellen en te doseren. Ze hebben kennis van natuurlijke antidoten na langdurige observatie en studie van natuurlijke fenomenen.  
In de huidige plantenkunde weten we dat een basisstof omgeven is door een aantal hulpstoffen die de basisstof moduleren,  d.w.z. een te krachtig effect kan desgevallend verzwakt worden of net andersom.
Vrij recent is men deze basisstoffen gaan isoleren van hun hulpstoffen, wat soms met zich meebrengt dat de basisstof toxischer wordt (bv. thymol is toxisch in de zwangerschap terwijl thijm geen enkel probleem oplevert; of witte suiker is veel slechter voor diabetici dan wanneer suiker in zijn natuurlijke omgeving wordt opgenomen eventueel verzacht met andere stoffen zoals kaneel).

Paracelsus gaf al aan dat dosis in grote mate de toxiciteit bepaalt. Iets mag nog gezond zijn maar in een overdreven hoeveelheid kan het toch toxisch uitpakken. Een gezond organisme vindt hierop een gepast antwoord (bv. het teveel wordt uitgebraakt).
Of anderzijds kan een stof in hoge (materiële) dosis één kant uitgaan in zijn werking en in een veel lagere (bv. homeopathische) dosis net de omgekeerde reactie uitlokken. 

Natuurlijke vs. artificiële stoffen

Eigenlijk heeft elke natuurlijke stof ergens in de natuur wel een antidoot, de kunst bestaat erin ze te vinden natuurlijk. 

De natuur krijgt het anderzijds flink lastig als het compleet artificiële stoffen moet zien te verwerken: denk maar aan kernafval, het kan miljoenen jaren duren eer de rommel is opgeruimd. Hahnemann bestempelt ook onder dezelfde noemer de artificiële ziekten als quasi onbehandelbaar.  

Hopelijk houden makers van artificiële inspuitbare of via slijmvliezen of huid opneembare produkten of voedingsmiddelen deze kanttekeningen goed voor ogen!

Geplaatst in Alle rubrieken, Dossier, Geen, Uit de Praktijk en getagd met , .