Homeopathische Remedies | Conium maculatum

Polychresten

Conium maculatum

Riate Bremer 

De plant Conium maculatum (gevlekte scheerling) staat bekend om zijn giftige eigenschappen en behoort tot de familie der Scherm­bloemigen of Umbelliferae. Dat zijn kruidachtige planten met grote, doorgaans witte bloemschermen.
tikkho-maciel-conium-maculatuni
Conium maculatum

Een van de soorten, die iedereen weleens gezien zal hebben is het Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris), dat in de lente en voorzomer van wegbermen een fleurig boeket maakt. De naam wijst er al op dat vroeger van de stevige holle stengels via een kleine ingreep eenvoudige fluitjes gesneden werden. 

Wellicht zijn er hier en daar nog kinderen, die dat van ouderen geleerd hebben. De stengels van Conium zouden hier evengoed dienst voor kunnen doen, maar in dat geval zou het wel eens slecht af kunnen lopen: een paar druppels van het sap van de plant kunnen al ernstige vergiftigingen teweegbrengen. Blijkbaar verschillen Schermbloemigen onderling nogal wat.

n

Geen wonder, want er zijn ruim 200 geslachten en duizenden soorten bekend, die wereldwijd vooral in de gematigde zones te vinden zijn. Slechts weinig soorten zijn giftig, de meeste zijn onschuldig, terwijl heel wat soorten in de keuken gebruikt worden. Denk maar aan worteltjes, kervel, dille, karwij, peterselie, selderij, ko­mijn en anijs. Conium komt van nature vooral voor in Midden­Europa, met inbegrip van Engeland, en in de landen rond de Mid­dellandse Zee.

De naam Conium maculatum geeft al een paar belangrijke eigenschappen van de plant weer. Conium komt van een Grieks woord, dat draaien, rondwervelen betekent en daarmee zijn we al beland bij een van de werkingsgebieden: draaidui­zeligheid. Maculatum is een Latijnse vorm, die gevlekt betekent. Een belangrijk kenmerk om te onthouden: de stevige holle stengel is, vooral onderaan, voorzien van rood-bruine vlekjes en streepjes.

Conium maculatum

Wie een Schermbloemige plant ziet met gladde, onbehaarde en van vlekjes voorziene stengel kan er maar beter afblijven. Je weet maar nooit… De bladeren zijn wat fijner van vorm dan die van de ons welbekende selderij, al zijn ze niet zo streepjesachtig slank als die van de dille. De hele plant kan zo’n 60 tot 180 cm hoog worden. Incidenteel zijn er veel grotere exemplaren aange­troffen, tot wel 2,5 m hoog. Zelfs dan is de stengel niet verhout. Het is een tweejarige plant, waarvan alleen de wortelstok overwin­tert. Het moet dus een snelle groeier zijn. De zaden hebben in principe de vorm van komijnzaadjes met hun geribbeld oppervlak, alleen zijn ze iets langer en veel breder. Doorgaans bevat een vrucht vier van deze zaden. In verse toestand is er weinig van te merken, maar overrijpe zaden stinken naar muize-urine. Stank heeft Conium gemeen met een verwante plantesoort, de Asa­foetida of Duivelsdrek.

Om een zo bekende giftige plant groeiden in de oudheid allerlei mysterieuze verhalen.
Over Conium werd verteld dat hij ontstond uit het sperma van een gehangene. In tijden dat algemeen aanvaard werd dat “onge­dierte” spontaan uit stof tot leven kwam, was dat nog niet eens zo’n gekke gedachte. Bij Conium – die gedijt op stikstofrijke bodem – zullen de plaatselijke honden wel rijkelijk bijgedragen hebben aan zo’n gunstig milieu, want welke rechtgeaarde hond kan zo’n hoge galg weerstaan om zijn geurvlaggen te plaatsen?

 Inhoudstoffen: bij de Schermbloemigen komen zelden alkaloïden voor. Conium vormt daarop een uitzondering met een vijftal va­rianten van de stof coniïne. Door de eeuwen heen had Conium zo’n geduchte reputatie verworven dat dit alkaloïd goed bestu­deerd werd en zelfs als eerste alkaloïd chemisch bereid kon wor­den.

Werking van Coniïne

Coniïne werkt- evenals curare – in op de motorische zenuw­uiteinden en brengt daardoor verlammingen teweeg. Typerend is dat deze verlammingen onder in het lichaam, bij de voeten, beginnen en geleidelijk optrekken. In ernstige gevallen totdat de ademhalingsspieren hun taak opgeven. De sensorische zenuwen blijven intact, zodat – alweer net als bij curare – het bewustzijn helder blijft. Wel kunnen soms de.zintuigen een bedrieglijk ge­voel weergeven. Van de bekende draaiduizeligheid tot een licht gevoel, een gevoel alsof het contact met de grond verbroken is (denk aan ongevoeligheid van de voeten in de eerste stadia van de vergiftiging) en het gevoel te vliegen.

In oude tijden werd Conium, samen met nog vijf of zes andere plantensoorten verwerkt in de zogenaamde heksenzalven. Op dunne huidzones aangebracht drongen de giftige stoffen door in het bloed en wie deelnam aan een heksensabbath was er heilig van overtuigd dat zij kon vliegen. Het hoogste percentage alka­loïden komt voor in onrijpe zaden, dan volgen rijpe zaden, bla­deren en stengels en tenslotte de wortelstok. Bij een verwante soort, Cicuta virosa, de Waterscheerling of Fool’s parsley, wordt juist vanuit het meest giftige sap van de wortelstok het homeo­pathisch geneesmiddel Cicuta bereid. 

Op eigenlijk alle plaatsen van het lichaam komen verstoringen voor die in belangrijke mate te maken hebben met een verkeerde spierwerking. Allereerst draaiduizeligheid. Vooral wanneer het hoofd gedraaid wordt, of wanneer men, zoals bij lezen, de ogen heen en weer beweegt! Zelfs in bed liggend het hoofd heen en weer bewegen kan het gevoel geven dat het bed ronddraait, of dat de omgeving in bewe­ging is. Alleen wanneer het hoofd doodstil gehouden wordt houdt die schijnbare beweging op. De verschillende oogspieren kunnen, als ze de dienst weigeren. leiden tot scheelzien, bij- en verziendheid, trillende oogleden of alles trillend of golvend waarnemen. Zelfs twee- en driedubbele beelden van de omgeving komen voor.

Als de tong aangetast wordt is spreken moeilijk of zelf on­mogelijk. De blaasspieren maken het plassen onmogelijk of leiden tot onvrijwillig urineverlies. Geringe kracht van spieren van de luchtwegen kunnen leiden tot eindeloze onproductieve hoestbuien. Conium is ook een bekend geneesmiddel bij verhardingen, kwaad- en goedaardige tumoren, met name in de borst. Doorgaans gaat het in dit geval om enkele grotere knobbels in de borst. Het spreekt vanzelf dat zelfmedicatie in zo’n geval uitgesloten is!

Homeopathische geneesmiddelen worden getest bij gezonde proefpersonen. Door de symptomen, die tijdens de test naar voren komen, nauwkeurig te registreren blijkt in welke gevallen het middel van toepassing zal zijn. Soms kan de homeopathie gebruik maken van nauwkeurjg beschreven vergiftigingen. Een wel heel bijzondere is in het geval van Conium die van de dood van de wijsgeer Socrates, die de gifbeker, bereid uit zaden van Conium, moest drinken omdat hij geen genade kon vinden in de ogen van zijn politieke tegenstanders.

Plato beschreef in zijn Phaedo deze terechtstelling, temidden van vrienden. Vermeldenswaard is dat Socrates in de eerste fase zijn vrouw wegstuurt. Haar aanwezigheid droeg teveel emoties aan en Socrates koos ervoor op een, althans uiterlijk onberoerde wijze, waardig dit leven vaarwel te zeggen, waarbij hij zich door de goden gesteund wist.

Het beeld van Conium

Karakteristiek voor Conium zijn seksuele problemen, met name waar er sprake is van een celibatair leven, of daar nu bewust voor gekozen is of dat de omstandigheden ertoe geleid hebben. Ook bij verlies van een partner of bij verlies van warmte in een relalie kan er een onvervuld verlangen zijn. Veel van de mentale kenmerken van Conium zijn van hieruit te herkennen: het gaat bij Conium vooral om het gemis van het delen van emoties. Bij zuiver lichamelijk tekort komen andere geneesmiddelen eerder aan bod. Eerst is er het gemis en het verdriet. Wie niet nog meer pijn wil ervaren kan zich – uit voorzorg – van de omgeving gaan afkapselen. Een wat koele gereserveerde houding kan het gevolg zijn. Als ook dat geen oplossing biedt kan nogal eens een compensatie gezocht worden in materieel bezit, dat soms extreem benadrukt wordt. Vaak gebeurt dit onbewust en is het voor buitenstaanders onbegrijpelijk hoe iemand in zo’n gevoelloze materialist veranderen kan. In de droomwereld, dus onbewust blijven er echter problemen: bedreigende omstandigheden, duivels, de dood, overledenen en levenden waarover gedroomd wordt dat ze dood zijn, spelen een rol evenals natuurlijk seksuele fantasieën. Al dan niet bewust kan er sprake zijn van
schuldgevoelens omdat er diep van binnen toch het besef is dat confrontaties van het leven niet op de juiste wijze zijn aangepakt. Al met al is Conium een wat somber en triest middel al zal dat uit het gedrag naar de buitenwereld toe niet altijd blijken. Gelukkig komen er niet altijd problemen aan te pas en er zijn heel wat energieke Coniumtypen, die goed in staat zijn om hun omstandigheden aan te kunnen en blij door het leven te gaan.

Noot van de redactie

Rajan Sankaran uit Mumbai, India, beschrijft de familie der Coniferen, of Apiaceae genoemd in de modernere nomenclatuur, uitvoerig.

Wat mij als homeopaat in de dagelijkse praktijk bijzonder helpt is de notie dat mensen die middelen uit deze groep nodig hebben, de problemen ervaren als een plotse, onverwachte aanval. De eerste (passieve) reactie kan er een zijn van plotse zwakte, moeheid, sufheid, tot verlamming zelfs. De actieve reactie kan er een zijn van hevige woede, die tot razernij en zelfs convulsies kan leiden. Hevige emoties dus, waardoor de patiënt soms een vluchtreactie zal vertonen.

Lees meer over

Geplaatst in Alle rubrieken, Homeopathische Remedies, Planten, Polychresten en getagd met .