KB Wet Colla

Een wettelijk kader voor Homeopathie

met dank aan Dr. Léon Schepers, Unio en Pro Homeopathiia

  Lees ook de andere artikels over Homeopathie in de  Wetgeving

Heel de wet Colla zou je kunnen samenvatten als volgt:

Om de veiligheid van de patiënt die beroep doet op de homeopathische geneeskunde te garanderen, wordt er een register aangelegd van artsen die beantwoorden aan alle criteria qua opleiding in zowel de reguliere als de homeopathische geneeskunde. Dit register ligt ter inzage voor de patiënt bij het RIZIV en bij de verschillende mutualiteiten zodanig dat hij/ zij een positieve en veilige keuze kan maken omtrent de beoefenaar waar hij/zij beroep op wil doen.
Justitiepaleis1

Wat vooraf ging

Reeds halverwege vorige eeuw werd duidelijk dat de alternatieve of complementaire geneeswijzen (waaronder vooral homeopathie, acupunctuur, chiropraxie en osteopathie) meer en meer aan invloed wonnen. Maar er bestond geen wettelijk kader dat de erkenning, opleiding, enz. regelde. Waar geen degelijke wetgeving is, staat de deur open voor wildgroei, wat niet bevorderlijk is voor de kwaliteit en vooral de veiligheid naar de patiënt toe. Om dit te verhelpen diende minister Colla een wetsvoorstel in dat op 29 april 1999 werd goedgekeurd. Volgens die wet moesten er 4 kamers worden samengesteld (één per discipline) en een paritaire commissie. Deze moesten advies uitbrengen over zaken als: Wat is homeopathie? Wie mag zich homeopaat noemen? Welke opleiding moet hij of zij gevolgd hebben om erkend te worden? Welke activiteiten zijn toegelaten en voor welke beroepscategorie?

Maar de uitvoeringsbesluiten werden niet uitgevaardigd en dus werd niets geregeld.

Tot er een rechtszaak van kwam. In de jaren die volgenden werd een heel parcours afgelegd:

Kenniscentrum: December 2010 – Februari 2011 (drie vergaderingen)

De overheid gaf opdracht aan het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) om een onderzoek van het veld te doen.

  • Een eerste vergadering met de “actoren”, artsen en niet - artsen, apart.
  • Een tweede vergadering met alle “actoren”, dus artsen en niet - artsen samen.
  • Een derde vergadering met de “actoren” apart.

 

Zowel de artsen homeopaten (MQP’s) als de niet - artsen homeopaten (NMQP’s) hebben dus ruimschoots de kans gekregen om hun verhaal te doen en hun respectievelijke situatie op het veld nader te verklaren.

Als het binnen het kader van het KCE ging over de oprichting van de Kamer Homeopathie dan heeft de UHB (Unio Homeopathica Belgica) er steeds voor gepleit om twee aparte kamers homeopathie op te richten, één voor de MQP’s (Medical Qualified Practioners) en één voor de NMQP’s (Non Medical Qualified Practioners) Waarom heeft de UHB hiervoor gepleit? Omdat de UHB vindt dat het niet aan de UHB is om te bepalen wat NMQP - homeopaten eventueel al of niet zouden mogen behandelen. De UHB vond dat dit een probleem van de overheid was. Wij hebben uiteraard duidelijk gesteld dat de UHB vindt dat homeopathie binnen de geneeskunde zijn plaats heeft maar dat het niet aan ons is om een oordeel te vormen over een situatie die de overheid door zijn nonchalance heeft laten ontstaan, namelijk de toepassing van homeopathie door NMQP’s. Noch de overheid, noch de NMQP’s konden zich in dit voorstel vinden. De overheid niet omdat zij het bij de vier kamers uit de Wet Colla wilde houden; de NMQP’s niet omdat zij vinden dat zij de enige goede homeopathie doen en dat artsen wat dat betreft benadeeld zijn en vanuit hun medisch denken nooit de juiste homeopathie zullen kunnen toepassen. Juni 2011: op basis van de onafhankelijke bestudering van het “veld” ( dus zowel het “medical” als het “non - medical”) besluit het KCE dat homeopathie binnen de geneeskunde moet uitgeoefend worden wegens de grote verscheidenheid aan klachten waarmee de patiënt zich aanbiedt. Het gaat hier dus om een beslissing van een onafhankelijk orgaan. Een beslissing genomen na 6 maanden verkenning van het veld. Dit onderzoek werd gedaan door een arts - epidemioloog en twee sociologen.

 

Kamer Homeopathie: Oktober 2011 – Juni 2013 (14 vergaderingen)

Het duurde tot 2011 voor begonnen werd met de instelling van de 4 kamers. De homeopathie werd verdedigd door afgevaardigden van de U.H.B., de beroepsvereniging van artsen-homeopaten. De Kamer Homeopathie bestaat uit 6 universiteitsprofessoren en 6 vertegenwoordigers van de homeopathische wereld waaronder 5 vertegenwoordigers van de UHB (MQP met 300 leden) en 1 vertegenwoordiger van de LHC (NMQP met 40 leden). Tijdens de vergadering van 18 september 2012 werd in deze Kamer Homeopathie het volgende besluit genomen: “de Kamer homeopathie verstrekt de Paritaire Commissie van advies dat de praktijk van homeopathie exclusief voorbehouden moet zijn aan de artsen, tandartsen en vroedvrouwen, en voor deze laatste twee beroepen uitsluitend in het kader van de toegestane handelingen aan de houders van deze titels”. Dit advies werdt aangenomen met 11 stemmen pro en 1 onthouding. Dit is niet zomaar een nipte meerderheid maar bijna unaniem!!! Bovendien mag hier opgemerkt worden dat in de schoot van het FAGG (Federaal Agentschap van Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten) de “Registratiecommissie Homeopathische Geneesmiddelen” al jaren bezig is met de registratie van homeopathische geneesmiddelen. In feite erkent de Belgische overheid hiermee indirect dat het homeopathisch product een geneesmiddel is en geneesmiddelen mogen alleen maar door artsen/tandartsen en vroedvrouwen voorgeschreven worden.

Paritaire commissie: Mei 2012 – November 2012 (7 vergaderingen)

De Paritaire Commissie bestaat uit 8 universiteitsprofessoren en 8 vertegenwoordigers van de vier verschillende complementaire geneeswijzen en wel 2 van elke discipline (acupunctuur/chiropraxie/homeopathie/osteopathie).

De Paritaire Commissie heeft het advies van de Kamer Homeopathie omtrent de uitoefening van de homeopathie, namelijk dat de homeopathie binnen de geneeskunde moet uitgeoefend worden, bij stemming, unaniem overgenomen.

Ministerraad juli 2013:

Parlement en Ministerraad erkennen homeopathie als deel van de geneeskunde. Op 12 juli 2013 nam de federale ministerraad een historische beslissing: homeopathische geneeskunde mag in België voortaan enkel uitgeoefend worden door artsen, tandartsen en vroedvrouwen. Voor deze laatste twee beroepsgroepen mag dit enkel binnen hun competentie. Met deze regularisatie volgt de ministerraad het advies van minister Laurette Onkelinx (PS) en haar administratie. De stemming in de Kamer Homeopathie was geen nipte meerderheid maar bijna unaniem; de stemming in de Paritaire Commissie was unaniem ten voordele van de uitoefening van de homeopathie binnen de geneeskunde. Het gaat dus om een democratische beslissing na een democratisch doorlopen proces. Iedereen heeft de kans gekregen om zijn standpunten naar voor te brengen.

 

Het Koninklijk besluit betreffende de uitoefening van de homeopathie van 26 Maart 2014

Voor de ontbinding van de kamer werd dit KB getekend en het verscheen op 12 Mei in het Belgisch Staatsblad. Wat houdt het nu concreet in: Homeopathie mag alleen maar uitgeoefend worden door artsen, tandartsen en vroedvrouwen, en voor deze laatste twee beroepen uitsluitend in het kader van de hun toegestane handelingen. Bovendien moeten deze beoefenaars beantwoorden aan een aantal criteria: geaccrediteerd of erkend zijn in een van deze conventionele praktijken zich blijvend bijscholen in de conventionele praktijk een opleiding gevolgd hebben in de homeopathische geneeskunde aan een universiteit of hogeschool (Omdat deze opleiding nu nog niet gegeven wordt, werden overgangsmaatregelen voorzien) zich blijvend bijscholen in de homeopathische geneeskunde. De lijst van deze geregistreerde beoefenaars moet gemakkelijk consulteerbaar zijn door de patiënt via de mutualiteiten en/of het R.I.Z.I.V. Registratie van erkende beoefenaars is zeer belangrijk in het kader van de veiligheid van de patiënt.

Overgangsmaatregelen

Vorming, samenwerking en kwaliteit zijn vereist maar er wordt niemand zijn/haar brood afgenomen. Tenslotte wat betreft de Belgische NMQP’s: diegenen die reeds als homeopaat werkzaam zijn doch geen diploma hebben van arts, tandarts of vroedvrouw, maar wel een paramedisch diploma: voor hen worden overgangsmaatregelen voorzien. De UHB is altijd voorstander geweest om voor alle werkzame homeopaten overgangsmaatregelen te voorzien en niemand zijn brood af te nemen en heeft dit dan ook verdedigd in de Kamer Homeopathie. De overheid heeft daar echter anders over beslist: diegenen zonder paramedisch diploma vallen uit de boot. De NMQP’s zullen, alvorens zij enige behandeling beginnen, de patiënt moeten vragen een recente door zijn/haar arts opgestelde diagnose met betrekking tot de klacht voor te leggen. Vorming, samenwerking en kwaliteit zijn vereist.

Geplaatst in Actualiteit, Alle rubrieken en getagd met , , , .