© 2021 | Dit is een update van een artikel dat eerder verscheen in Civis Mundi Digitaal #106 en Tijdschrift voor integrale geneeskunde | jaargang 36 | nummer 2 |
Met dank aan Ton Nicolai, arts en coördinator van eurocam, het samenwerkingsverband van de meeste Europese koepelorganisaties van artsen, therapeuten en patiënten in de complementaire
geneeskunde, Lex Rutten, homeopathisch arts en onderzoeker, en Christien Klein-Laansma, homeopathisch arts en onderzoeker.
Wat is homeopathie
en welke plaats heeft deze behandelmethode
in de gezondheidszorg?
Geschiedenis en filosofie
Homeopathie als behandelmethode binnen de geneeskunde wordt gekenmerkt door het toepassen van de similiaregel en het speciale bereidingsproces, het potentiëren.
De similiaregel luidt: het gelijkende wordt door het gelijkende genezen oftewel Similia similibus curentur. Deze regel werd als zodanig al beschreven door ‘de vader van de geneeskunde’, Hippokrates van Kos (ca. 460 -377 v.Chr.) en later door de middeleeuwse arts en chemicus
Paracelsus (1493/1494-1541).
Samuel Hahnemann (1755-1843) heeft deze behandelmethode toegankelijk gemaakt. Hij was een bijzonder mens en een consciëntieus wetenschapper. Naast geneeskunde had hij ook scheikunde gestudeerd. Hij beheerste acht verschillende talen en omdat hij niet tevreden was met de wijze waarop geneeskunde in die tijd bedreven werd, verdiende hij na het behalen van zijn artsexamen zijn geld als bibliothecaris en vertaler. Zo was hij in staat de belangrijkste geneeskundige werken uit zijn tijd en uit de geschiedenis te bestuderen, op zoek naar de best mogelijke behandelingsmethoden.
Ontdekking similiaprincipe
Het was al enige tijd bekend dat kinine werkzaam was bij malaria en de Schotse farmacoloog Cullen beweerde in een leerboek dat de werkzaamheid van dit geneesmiddel te danken was aan de bittere smaak die de maag zou versterken. Hahnemann twijfelde aan deze verklaring en nam zelf kinine in om het effect te observeren. Hij ontwikkelde daarop een beeld dat paste bij malaria tertiana (derdedaagse koorts). Deze ervaring en zijn kennis van de medische literatuur brachten hem ertoe dit fenomeen – dat hij de similiaregel noemde – verder te bestuderen. In 1796 verscheen zijn eerste publicatie over dit onderwerp. Vanuit zijn scheikundige achtergrond kende hij alle destijds bekende beschrijvingen (829) van arsenicumvergiftigingen. Het was de kwaliteit van Hahnemann dat hij de gelijkenis herkende met het cholerabeeld: buikpijnklachten met waterdunne diarree, uitputting, uitdroging, koorts en angstige rusteloosheid. Bij de eerstvolgende cholera-epidemie die de streek aandeed waar hij woonde, was dit een van de geneesmiddelen die hij voorschreef – naast Cuprum (koper) en Veratrum album (wit nieskruid) – en verreweg de meeste van zijn patiënten bleven in leven, in tegenstelling tot de zieken die zich tot andere artsen hadden gewend. Zijn naam was daarmee gevestigd.
Similiaregel en homeopathie
Door voortdurende studie en observatie ontwikkelde hij op basis van deze similiaregel een behandelmethode die niet alleen heel effectief bleek te zijn bij acute ziekten zoals cholera, maar ook bij tal van chronische aandoeningen. Hij schreef over zijn bevindingen twee werken die nog steeds de basis vormen van de homeopathie wereldwijd, in het Nederlands vertaald als Het organon der geneeskunde en De chronische ziekten.1,2)
De essentie van de homeopathie is het zoeken en vinden van dát geneesmiddel dat in staat is het zelfherstellend vermogen optimaal te stimuleren. Wat Hahnemann door zijn eigen ervaringen en van zijn groeiende groep volgende artsen ontdekte, was dat het geneesmiddel om die reden zo goed mogelijk moet passen bij zowel de fysieke als de psychische kenmerken van de betreffende patiënt. Personalised medicine avant la lettre! Een goede reguliere diagnose is van belang voor de prognose en de afweging of er ook andere maatregelen (reguliere medicatie, chirurgie e.d.) moeten worden
toegepast. Voor het stellen van de homeopathische diagnose, het vinden van het passende geneesmiddel, vormt deze diagnose een hulpmiddel maar is niet voldoende.
Similiaregel en reguliere geneeskunde
Zonder dat deze regel expliciet wordt gebruikt, is de similiaregel ook terug te vinden binnen de reguliere farmacologie, zoals in de begrippen hormesis, de zogenaamde paradoxale reacties op geneesmiddelen en het rebound-effect, het in ernstiger mate terugkeren van de klachten na het staken van de medicatie. Een mooi voorbeeld van het eerste is de werking van methylfenidaat, (bekend onder de merknaam Ritalin), een wekamine dat bij de meeste mensen onrust opwekt maar bij mensen met ADHD juist rustgevend werkt. In de dagelijkse praktijk kennen we vele voorbeelden van de similiaregel.
Enkele voorbeelden: Koffie maakt je – kortdurend – wakker en helder, maar na enige tijd later word je juist slaperiger en is er een nieuwe koffiepauze nodig. Bij inslaapproblemen met heldere, wakkere gedachten, kan daarom homeopathisch Coffea, volgens de homeopathische methode bereid van de koffieboon, helpen om in te slapen. Bij het snijden van een ui kun je brandende, tranende ogen krijgen. Bij allergie met tranende brandende ogen kan het homeopathische middel gemaakt van de ui, Allium cepa, verlichting geven.
Het bereiden van homeopathische geneesmiddelen, het potentiëren
Het tweede kenmerk van de homeopathische behandelmethode is de bereiding van de geneesmiddelen. Wij noemen dat potentiëren. Dat is een bereidingswijze waarbij de oorspronkelijke stof verdund wordt terwijl de oplossing ondertussen geschud wordt. Hahnemann heeft dit ontwikkeld om het toxische effect van de stof te elimineren.
Om u even in herinnering te brengen: hij gaf arsenicum aan kwetsbare zieke en uitgedroogde mensen met cholera. Overdosering van deze stof zou vanwege de grote giftigheid fataal zijn. Om die reden maakte hij een verdunning, terwijl hij de oplossing krachtig schudde. De observatie van Hahnemann en vele homeopathisch werkende artsen na hem was dat een hogere potentie, een vele malen verdund en geschud middel, een langer en dieper effect gaf. Zelf verklaarde hij deze werking als volgt. Door dit potentiëringsproces neemt de chemische, giftige werking af maar wordt de geneeskrachtige werking sterker. De stimulerende werking op het zelfherstellend vermogen neemt toe. Zoals uit recente onderzoeken is gebleken, bevat een hoge potentie, ook boven het getal van Avogadro3), nog steeds informatie die door specifieke meetmethoden kan worden waargenomen.4) Water, het oplosmiddel bij uitstek, speelt hierbij een belangrijke rol. Potentiëren wordt gedaan in stappen. Bij een D-potentie (decimale potentie) gebeurt dit in stappen van 1 op 10 en bij een C-potentie (centisemale potentie) in stappen van 1 op 100. Later ontwikkelde Hahnemann de LM-potentie (1 op 50.000) waarmee hij probeerde zo mild en tegelijkertijd sterk mogelijk het zelfherstellend vermogen te stimuleren.
Visie
De homeopathische visie op ziekte is dat er bij ziekte sprake is van een verstoring van het natuurlijke, dynamische evenwicht. Door de juiste informatie kan het zelfherstellend vermogen dat ieder levend organisme bezit gestimuleerd worden waardoor de balans (homeostase) wordt hersteld en het lichaam wordt geholpen de ziekte te overwinnen en daarmee de klachten zover dat mogelijk is te laten verdwijnen.
Reguliere en homeopathische diagnose, een integrale diagnose
Zoals gezegd is een reguliere diagnose van belang voor de prognose en de afweging of er ook andere maatregelen moeten worden toegepast, zoals reguliere medicatie en/of chirurgie. Deze diagnose is voor een homeopathisch arts zeker een hulpmiddel maar niet voldoende. Naast een reguliere diagnose is een individuele homeopathische diagnose nodig die veel meer aspecten omvat. De homeopathische diagnose wordt gesteld op basis van de oorzaken of aanleidingen, en alle factoren die de klachten verergeren of verlichten, de specifieke klachten zelf en de fysieke en psychische kenmerken van de patiënt. De gehele lichamelijke en psychische gesteldheid van de patiënt, samen met zijn/haar geschiedenis, bepalen het homeopathisch similimum, het best passende geneesmiddel. Bij iedere patiënt wordt een keuze uit duizenden verschillende geneesmiddelen gemaakt.
Homeopathische én reguliere geneeskunde: integrale geneeskunde
Homeopathie en reguliere behandelmethoden kunnen heel goed samengaan. Dat is – naast het kijken naar de hele mens en de nadruk op de relatie tussen zorgvrager en zorgverlener (‘de arts als coach’) – de essentie van integrale geneeskunde. Reguliere methoden zijn onontbeerlijk bij levensbedreigende aandoeningen en aandoeningen waarbij chirurgie aangewezen is, terwijl de meer chronische en niet-levensbedreigende acute ziekten in veel gevallen succesvol met homeopathie behandeld kunnen worden.
Homeopathische geneesmiddelen
Homeopathische geneesmiddelen zijn afkomstig uit planten, mineralen en dierlijke producten. Daarnaast worden er ook homeopathische geneesmiddelen gemaakt van bijvoorbeeld reguliere geneesmiddelen of andere chemische stoffen om bijwerkingen te verminderen. De homeopathische geneesmiddelleer (Materia Medica) bestaat uit beschrijvingen van persoonlijke- en ziektekenmerken voor ieder homeopathisch geneesmiddel.
Deze kenmerken komen voort uit drie bronnen:
intoxicatieverschijnselen, geneesmiddelproeven (vergelijkbaar met fase 1-onderzoek naar geneesmiddelen) en klinische ervaring. Door de bekende intoxicatiegegevens en de geneesmiddelproeven krijgen we een eerste indicatie van de verschillen tussen de middelen. De klinische ervaring bevestigt welke specifieke persoonskenmerken we vaker zien bij bepaalde middelen. Dit is vergelijkbaar met het diagnostisch proces: bij de combinatie van koorts, benauwdheid en versnelde ademhaling denkt een arts aan een longontsteking. Zo zal de combinatie angstige onrust, kouwelijkheid en weinig dorst de homeopathisch werkend arts onder andere doen denken aan het homeopathisch geneesmiddel Arsenicum album. Het homeopathisch geneesmiddel moet dus niet alleen bij de kwaal maar ook bij de persoon passen. Deze twee eeuwen oude regel in de homeopathie is sinds de recente opkomst van de farmacogenetica ook in de reguliere geneeskunde actueel en heet daar personalised medicine of stratified medicine.
Homeopathie in de praktijk
Acute klachten, zoals een griep, middenoorontsteking of bovenste luchtwegklachten kunnen met een passend geneesmiddel snel verbeteren, soms al binnen een uur. Bij chronische aandoeningen kunnen er meerdere, opeenvolgende middelen nodig zijn, op geleide van de klachten, zoals het afpellen van een ui. Afhankelijk van de ernst en duur van de klachten kan het soms enkele weken duren voordat er verbetering merkbaar is en maanden voordat de klachten helemaal zijn verdwenen. Er is dus tijd en geduld nodig voor een homeopathische behandeling bij chronische aandoeningen. Kinderen reageren in de regel sneller. En helaas lukt het niet bij iedereen het passende middel te vinden.
Werkwijzen binnen de homeopathie
Zelfmedicatie
Homeopathie kan op verschillende niveaus worden toegepast. In drogisterijen en apotheken zijn homeopathische middelen te koop die mensen zelf kunnengebrui ken bij aandoeningen die ook vanzelf zouden genezen, zoals een gewone griep, lichte hooikoorts, bij lichte verwondingen e.d. Meestal gaat het daarbij om samengestelde middelen, middelen waar meerdere mineralen en/of kruiden (in homeopathische dosering) in zitten waarvan bekend is dat zij bij dergelijke klachten behulpzaam kunnen zijn. Verschillende van deze middelen zijn zelfs officieel toegelaten als geneesmiddel op basis van wetenschappelijk onderzoek. Als dat niet zo is, mag er niet op vermeld worden waarvoor zij dienen, maar een deskundige verkoper mag wel adviezen geven.
Homeopathie bij eenvoudige aandoeningen
Er zijn in Nederland enkele honderden huisartsen die regelmatig homeopathie voorschrijven bij niet al te ernstige klachten, zoals een middenoorontsteking, menstruatieklachten en een echte griep. Zij hebben een opleiding gevolgd waar zij geleerd hebben uit een klein aantal geneesmiddelen het best passende middel te kiezen voor deze klacht bij deze patiënt.
Isopathie:
het toepassen van een middel dat bereid is van de stof die de klachten veroorzaakte Daarnaast kunnen deze huisartsen of specialisten ook klachten bestrijden met middelen die homeopathisch bereid zijn van de stof waardoor de klacht ontstond. Zo zijn er van veel reguliere geneesmiddelen homeopathische geneesmiddelen gemaakt maar ook van huisstof, huismijt, kattenharen, pollen en dergelijke. Met Pollen C30 is zelfs goed wetenschappelijk onderzoek gedaan, waaruit bleek dat mensen significant minder klachten hadden dan met een placebomiddel.5,6)
Voor chronische aandoeningen is het belangrijk dat het middel bij alle klachten past en vooral ook bij de persoonlijke kenmerken en reactiepatronen, zowel lichamelijk als geestelijk. We spreken dan van een ‘constitutiemiddel’. Deze methode wordt vooral toegepast door artsen die zich gespecialiseerd hebben in homeopathie.
Indicaties voor homeopathie
– Chronische aandoeningen
– Als reguliere medicijnen gecontra-indiceerd zijn
– Blijvende klachten na een ziekte of na medicatie
– Recidiverende klachten, bijvoorbeeld infectieziekten
– Persisterende klachten
– Klachten na een trauma
– Onbegrepen klachten
Wetenschappelijk onderzoek
Er is met name in de afgelopen dertig jaar veel wetenschappelijk onderzoek verricht naar de werking van homeopathische geneesmiddelen, zowel klinisch (in de praktijk) bij mensen, dieren en zelfs planten en bomen, als fundamenteel, in het laboratorium met natuurkundige en chemische onderzoeksmethoden. Klinisch onderzoek Onderzoek in verschillende landen heeft de voordelen van homeopathische behandeling bij chronische patiënten aangetoond. Goede voorbeelden zijn observationele studies (wetenschappelijke registratie van het beloop van de ziekte in de praktijk) die zijn uitgevoerd in Duitsland/Zwitserland, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Beide concluderen dat de homeopathische interventie een verbetering te zien gaf bij een breed scala aan chronische aandoeningen.7,8,9,10,11) .
Er zijn ook een paar honderd Randomised Controlled Trials (RCT) uitgevoerd, waarbij patiënten at random in twee of meer groepen werden verdeeld en zowel de behandelende artsen als de patiënten niet wisten of zij het homeopathische geneesmiddel kregen of een placebo.
Omdat homeopathische geneesmiddelen meestal bestaan uit melksuikerkorreltjes die worden doordrenkt met het gepotentieerde (in stappen sterk verdunde) geneesmiddel is er qua uiterlijk en smaak geen enkel verschil te merken tussen het homeopathisch geneesmiddel en het placebomiddel. Het grootste deel van die RCT’s gaven aan dat het homeopathisch middel significant beter werkte dan het placebo-middel.12, 13) .
Er zijn op basis van deze RCT’s verschillende meta-analyses uitgevoerd. Hierbij worden RCT’s die aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen beoordeeld. Meta-analyses zijn ontwikkeld voor de beoordeling van de werking en veiligheid van reguliere geneesmiddelen en worden in de wetenschap vaak beschouwd als de hoogste vorm van onderzoek.
Vijf van de zes meta-analyses 14, 15, 16,17, 18, 19, 10) die in de afgelopen dertig jaar zijn uitgevoerd op basis van alle homeopathische RCT’s zijn positief en de conclusie is getrokken dat de werking van homeopathie niet verklaard kan worden door het placebo-effect.
De vierde – negatieve – meta-analyse 20), op basis van dezelfde RCT’s, bleek bij nader inzien niet te voldoen aan de eisen die gesteld worden aan een meta-analyse. In een artikel 21) dat deze meta-analyse uitvoerig bespreekt, komen deze onderzoekers op basis van alle gegevens van deze meta-analyse tot de conclusie dat de kwaliteit van de homeopathische onderzoeken in het algemeen beter is dan de kwaliteit van de reguliere onderzoeken en dat een andere selectiemethode tot een andere conclusie zou hebben geleid, mogelijk in het voordeel van homeopathie.
Maar werkt homeopathie nu bij bepaalde indicaties?
De waarde van dit soort systematische reviews waarbij alle studies bij zoveel verschillende diagnoses op één hoop worden gegooid, is beperkt, omdat een bepaalde therapie bij de ene diagnose wel en de andere diagnose niet kan werken. Maar wat we wel mogen concluderen, is dat de werking van homeopathische geneesmiddelen niet verklaard kan worden door het placebo-effect alleen. In 1997 schreef Linde (zie eindnoot 2) dat er nog geen bewijs was voor de werking van homeopathische geneesmiddelen bij bepaalde diagnoses. Daarvoor waren er nog onvoldoende positieve onderzoeken per diagnose. Meer recente systematische reviews tonen werkzaamheid aan van homeopathie bij de volgende diagnoses:
- Diarree bij kinderen 22)
- Postoperatieve ileus 23)
- Hooikoorts (allergische rhinitis) 24,25)
- Vertigo 26)
- Bovenste luchtweginfecties 27,25)
- Reumatische ziekten 28)
Daarnaast tonen RCT’s effectiviteit aan bij diverse indicaties. 29)
Bewijs op fundamenteel gebied
Op fundamenteel gebied wordt wereldwijd veel onderzoek gedaan. Natuurkundige technieken waarmee structurele veranderingen zijn aangetoond bij ultramoleculaire homeopathische preparaten zijn o.a. thermoluminescentie, flux-calorimetrie, conductrometrie (geleidbaarheidsmeting), Raman- en ultraviolet spectrometrie en NMR (Nuclear Magnetic Resonance). 4) Veel
fundamentele onderzoeken zijn verschenen in reguliere, peer-reviewed tijdschriften. Een uitgebreid overzicht van alle fundamentele onderzoeken is te vinden op de website van het Homeopathic Research Institute (www.hri-rearch.org).
Naast de vele voorbeelden van de afgelopen tweehonderd jaar en het wetenschappelijk onderzoek van de laatste dertig jaar, komt er steeds meer ondersteuning vanuit andere wetenschappen, zoals natuur- en scheikunde, dat homeopathische geneesmiddelen informatie bevatten, ook bij de verdunningen boven het getal van Avogadro.
In een review over 135 biologische en fysische experimenten in vitro, bleek er een beschermend effect te zijn van hoge homeopathische potenties tegen effecten van toxische agens 30) . In 70% van de studies met hoge kwaliteit werden effecten gerapporteerd. In een review over 67 experimenten in vitro, werden effecten gerapporteerd in twee derde van de studies met hoge kwaliteit en in drie kwart van de gerepliceerde studies 31) .
Tijdens een lezing 32) (Utrecht, april 2014) verkondigde de Zwitserse onderzoeker Stephan Baumgartner, verbonden aan het Instituut voor Comlementaire en integratieve geneeskunde van de Universiteit Bern en aan de faculteit geneeskunde van de Universiteit Witten, dat hij bij onderzoek met homeopathische middelen bij planten sterke aanwijzingen had gevonden voor het bestaan van een elektromagnetisch (informatie)veld rond een homeopathisch middel, aangezien bij zijn proeven niet alleen de direct behandelde planten reageerden maar ook de planten die ertegenaan stonden en niet direct werden behandeld.
Werkingsmechanisme
Een verklaring voor het werkingsmechanisme is het farmacologisch fenomeen dat bekend staat als postconditioning hormesis. In het kort komt het erop neer dat bij stapsgewijze vermindering van de dosering van een stof de werkzaamheid steeds verder afneemt en bij een bepaald punt zelfs verandert: de stof roept dan juist een tegengestelde werking op. Dit komt overeen met de similiawet.
Prof. Iris Bell, emeritus hoogleraar Family and Community Medicine aan de universiteit van Colorado, geciteerd in de Editorial 33) , geeft op basis van haar jarenlange onderzoek de volgende omschrijving van homeopathie: ‘Homeopathie is een complex adaptief systeem met eigenschappen waarbij een kleine veranderingen in de inputs kunnen leiden tot disproportioneel grote veranderingen in de outputs van het systeem: het zwakke signaal van het correcte, meest passende geneesmiddel kan een grote helende respons initiëren in het lichaam.’
Zij concludeert dat: ‘het bewijs suggereert dat ieder homeopathisch geneesmiddel een complex systeem is op nano-schaal … met elektromagnetische, optoelektronische, kwantum- en biologische effecten’.
Veiligheid
Veiligheid van homeopathische geneesmiddelen staat niet ter discussie, zeker niet als het gaat om hogere potenties. De biochemische werking van homeopathische geneesmiddelen is vrijwel nihil. Beginreacties door stimulering van het zelfherstellend vermogen zijn doorgaans mild en kortdurend.
Ook bij andere toedieningsvormen dan oraal zijn de gerapporteerde bijwerkingen mild van aard, zoals een lichte lokale roodheid bij injecties van homeopathische (of antroposofische) geneesmiddelen. 34) De Europese producenten van homeopathische geneesmiddelen zijn overigens verplicht om te werken volgens de regels van Good Manufacturing Practice (GMP). Daarmee wordt voorkomen dat er producten afgeleverd worden die toxisch zijn bij het aanbevolen gebruik. De hoogleraren Hamre en Kiene van de Universiteit van Witten/Herdecke (Freiburg, Duitsland) schreven een wetenschappelijk commentaar over homeopathie, naar aanleiding van een motie op een partijcongres van de Duitse Groene Partij. Op overtuigende wijze ontkrachten zij de stelling dat het gevaarlijk zou zijn om homeopathie toe te passen bij levensbedreigende en chronische ziekten, door uitstel van reguliere behandeling en onthouding van reguliere medicijnen. 35)
Kosteneffectiviteit
Veel onderzoeken die gedaan zijn in Europa naar de kosteneffectiviteit van homeopathische behandelingen wijzen erop dat deze kostenbesparend kunnen zijn, hoewel een recente meta-analyse tot de conclusie kwam dat er nog geen harde conclusies uit deze onderzoeken getrokken kunnen worden vanwege het heterogene karakter van de onderzoeken en verschillende methodologische zwaktes. Hogere kosten in de eerste jaren van de homeopathische behandeling worden waarschijnlijk veroorzaakt door langere consulten. Homeopathische consulten duren gemiddeld tussen de 30 en 60 minuten en kosten uiteraard meer dan consulten van gemiddeld 10-15 minuten bij
reguliere huisartsen. Bovendien lijken mensen die homeopathisch behandeld worden complexere problemen te hebben dan de controlegroep. Veel mensen zoeken pas homeopathische begeleiding nadat andere behandelingen geen of onvoldoende resultaat hebben opgeleverd.
Bovendien wordt homeopathie vaak toegepast in combinatie met een reguliere behandeling. Uit dit laatste onderzoek38) blijkt dat de verschillen op de langere duur minder worden, wat te verklaren is doordat de kosten van reguliere medicatie, consulten en onderzoek minder worden als de homeopathische behandeling aanslaat en mensen minder klachten hebben. Nader en langer onderzoek wordt daarom aanbevolen. 36,37,38)
In Nederland hebben de onderzoekers Kooreman en Baars 36) bij een grote verzekeringsmaatschappij vastgesteld dat huisartsen die een vorm van complementaire behandelmethoden toepassen, waaronder homeopathie, acupunctuur en antroposofie, ongeveer 12% goedkoper zijn dan gemiddeld. Huisartsen die homeopathie volledig in hun praktijkvoering hebben geïntegreerd, blijken zelfs tot 40% goedkoper te kunnen werken. 39)
Zwitsers onderzoek komt tot dezelfde conclusie. Hierbij werden de kosten vergeleken tussen huisartspraktijken die volledig conventioneel werken (COM) met huisartspraktijken waarvan de arts gediplomeerd is in een van de vijf grote CAM-richtingen (homeopathie, Traditional Chinese Medicine – TCM, waaronder acupunctuur en Chinese kruiden –, antroposofie, fytotherapie en neuraaltherapie) in de periode 1999-2005.
In die tijd werden deze therapieën volledig vergoed uit de verplichte basisverzekering. De kosten van de CAM-artsen als geheel bleken vergelijkbaar met die van conventioneel (COM), maar de kosten van homeopathie lagen 15,4% lager dan gemiddeld.
Andere conclusies die getrokken konden worden, waren dat de kosten van medicatie bij CAM lager lagen, de kwaliteit van de arts-patiënt relatie bij CAM hoger was en dat er bij CAM minder bijwerkingen werden gemeld van de medicatie. 40,41)
Conclusie
Homeopathische geneeskunde is in de handen van goed opgeleide en ervaren artsen een effectieve, veilige en vaak kostenbesparende methode, zeker als deze wordt uitgevoerd door de eigen huisarts. Dit blijkt uit tal van wetenschappelijke onderzoeken bij planten, dieren en mensen. Homeopathie heeft onder meer bewezen waarde in de praktijk bij mensen met chronische klachten. Uit tal van fysisch en biologisch onderzoek komt bovendien toenemend betrouwbaar en overtuigend bewijs dat een (hoog gepotentieerd) homeopathisch geneesmiddel een meetbaar effect kan bewerkstelligen. Mede gezien het grote aantal Nederlanders dat een homeopathisch werkend arts bezoekt, is er alle reden om deze geneesmethode te stimuleren door meer onderzoek en door het onderwijs aan geneeskundestudenten en (huis) artsen te bevorderen.
Noten & Bijlagen
Uitgebreide informatie over homeopathie en de wetenschappelijke onderbouwing www.homeopathie.nl onder beheer van de vakgroep homeopathie van de Artsen Vereniging Integrale Geneeskunde (AVIG) www.hri-research.org, de website van het Homeopathy Research Institute (HRI) in Londen
In de Duitse deelstaat Beieren heeft onlangs het ministerie voor Volksgezondheid gezondheid een afdeling
Gezondheidsnetwerken, medische revalidatie, kuuroorden en integratieve geneeskunde, waarin ook homeopathie is opgenomen, gekregen. De reden hiervoor is volgens de staatssecretaris van Volksgezondheid Klaus Holetschek, dat het publiek gebruik maakt van de homeopathie en dat meer onderzoek nodig is naar natuurlijke geneesmethoden.
Homeopathie en reguliere geneeskunde zouden een gelijkwaardige plaats moeten innemen in een moderne, patiëntgeoriënteerde gezondheidszorg. Het ministerie neemt daarbij de situatie in India en Zwitserland als voorbeeld, waar homeopathie volkomen gelijkwaardig is aan de reguliere geneeskunde en samen onderdeel uitmaakt van integrale geneeskunde, the best of both worlds.
Sinds het uitbreken van de pandemie met covid-19 worden er mondiaal veel patiënten homeopathisch behandeld. De tendens lijkt gunstig, er zijn mooie berichten over succesvolle individuele behandelingen. Maar er is nog geen onderzoek gepubliceerd waarin het effect van homeopathische geneesmiddelen bij covid-19 wordt getoetst. Dus harde feiten zijn momenteel nog niet helder en kunnen wij hier niet noemen. Berichtgeving over behandeleffecten van homeopathische geneesmiddelen moet voldoen aan strikte methodologische criteria, die ook gelden voor reguliere farmaceutische
producten. In verschillende internationale, eind 2020 nog lopende onderzoeksprojecten, wordt de individuele homeopathische behandeling bij covid-19-patiënten geëvalueerd (https:// homeopathie.nl/homeopathie-en-covid-19/). Dit gebeurt door nauwkeurige beschrijvingen van ziektegevallen (casusrapportages) volgens wetenschappelijke standaarden.
Ook worden symptomen en kenmerken van groepen patiënten die met bepaalde homeopathische geneesmiddelen succesvol werden behandeld, systematisch geanalyseerd. Daaruit kunnen adviezen volgen over welke homeopathische geneesmiddelen passen bij een specifiek klachtenpatroon. Deze informatie is
van belang voor artsen die homeopathische geneesmiddelen willen inzetten bij covid-19-patiënten, als aanvulling op de reguliere therapie.
Zoals nu in de praktijk blijkt lopen vooral die mensen een groter risico bij een covid-19-infectie op complicaties en ernstige gezondheidsproblemen als zij al lijden aan andere chronische ziekten, zoals diabetes, adipositas, hoge bloeddruk en chronische luchtweginfecties. Op dit vlak kan de homeopathie en aandacht voor leefstijl een positieve bijdrage leveren.
Homeopathie is bij uitstek geschikt chronische gezondheidsproblemen te behandelen en de basis gezondheid van mensen te verbeteren. Zo zou homeopathie dus indirect complicaties bij covid-19 kunnen verminderen.
In 2015 verscheen een bericht van de Australische overheid over homeopathie op basis van een rapport van de National Health and Medical Research Council (nhmrc). De conclusie van dat rapport was dat er geen aandoeningen zouden zijn waarvoor voldoende betrouwbaar bewijs te vinden is dat homeopathie
werkt.
Deze negatieve conclusie staat in schril contrast met eerdergenoemde op wetenschappelijk niveau uitgevoerde en gepubliceerde systematische reviews en meta-analyses over homeopathie bij een aantal klinische aandoeningen. Hier werd gevonden dat homeopathie bij deze aandoeningen juist gunstig werkte of neigde naar een positief resultaat.
Verder wemelt het rapport van de methodologische problemen, waarvan de meest opvallende is dat ze een systematische review doen van systematische reviews in plaats van de originele RCT’s zelf op te sporen en de uitkomsten opnieuw te bekijken en dat er onlogische en ongebruikelijke criteria zijn gebruikt bij de selectie van de toegelaten onderzoeken.
De Australian Homeopathic Association (samen met de CMAComplementary Medicines Australia) heeft een krachtige reactie op dit negatieve rapport gegeven. Als gevolg hiervan heeft in september 2015 de Australische overheid, het NHMRC, erin toegestemd een formeel intern onderzoek te doen naar het proces dat geleid heeft tot vermeende procedurele onregelmatigheden, bias en methodologische gebreken in dit rapport.
Bij dit onderzoek werd ontdekt dat er een eerste rapport in 2012 was uitgebracht dat positief was voor homeopathie en zelfs aangaf dat er bewijs was voor homeopathie bij vijf aandoeningen.
Op 26 augustus 2019 verklaarde NHMRC CEO prof. Anne Kelso dat het (tweede) rapport níet concludeerde dat homeopathieineffectief was. Er is nog onderzoek gaande naar de gang van zaken op verzoek van de Commonwealth ombudsman.
Zie ook de website van HRI (juni 2021):
https://www.hri-research.org/resources/homeopathy-thedebate/the-australian-report-on-homeopathy/
Noot van de redaktie: in het Nederlands op onze Homeopatisch Bekeken site https://nieuws.vsuhomeopathie.be/nhrmc/
Enkele jaren geleden bracht de EASAC een ongevraagd advies uit aan de Europese Commissie over homeopathische geneesmiddelen, met een forse publiciteitscampagne (zie: https://easac.eu/fileadmin/PDF_s/reports_statements/EASAC_Homepathy_statement_web_final.pdf.)
De bevindingen werden in een wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd: ‘In conclusion, the EASAC statement concurs with the assessment that there are no clinical conditions for which there is robust and reproducible evidence that homeopathy is effective beyond the placebo effect.’
EASAC deed echter geen eigen onderzoek maar raadpleegde andere bronnen, zoals het Britse Lagerhuisrapport, het Australische rapport en de review en meta-analyse van Shang, de enige meta-analyse met een negatieve uitkomst. Metaanalyses en reviews met positieve uitkomsten werden door deze werkgroep zonder nadere uitleg genegeerd.