"Niet voor elke klacht hebben we een arts nodig". Natuurlijk zijn er heel wat dingen die we zelf kunnen doen en in sommige gevallen, in eerste hulp-situaties, kan ons handelen zelfs levensreddend zijn. Aan de andere kant schuilt er ook veel waarheid in de uitspraak dat men beter niets kan doen dan iets waarvan men niet weet of het goed is.
Op deze plaats zullen we proberen aan te geven wanneer we wat kunnen doen.
Deel 1
Een paar algemene regels
Mensen die onder behandeling zijn van een homeopaat voor een “chronische” aandoening kunnen zich bij nieuwe klachten of bij opvlammen van oude klachten het best wenden tot de homeopaat.
Vraag je bij elke klacht eerst af of het nodig is dat er ingegrepen wordt. Veel klachten, zoals verkoudheid, koorts, diarree en huidverschijnselen zijn van korte duur en verdwijnen vanzelf of met wat leefregels, zoals rust, gezonde voeding en frisse lucht. Met name de algemene gezondheidstoestand hierbij is belangrijk. Zijn er tekenen die wijzen op een ernstiger aandoening? Een kind bijvoorbeeld met koorts, dat gewoon speelt, levendig is en geen andere verschijnselen toont, zal meestal een onschuldige ziekte doormaken. Koorts is slechts een teken dat het reageert. Zijn er wel verschijnselen die een ernstige ziekte doen vermoeden, raadpleeg dan een arts.
Gebruik geneesmiddelen, ook homeopathische, niet langer dan nodig is. Als een klacht die nog maar sinds enkele dagen bestaat, na enkele dagen nog niet vermindert, zal het middel niet passend (genoeg) zijn. Klachten die langer bestaan kunnen beter door een homeopaat behandeld worden.
Eerste hulp thuis met homeopathische middelen.
Als beginnend student in de geneeskunde ging mijn interesse al uit naar “alternatieven”.
De alternatieve geneeswijzen zoals acupunctuur, kruidentherapie en homeopathie kregen in die jaren -begin 70- voor het eerst te maken met een groeiende maatschappelijke belangstelling.
Zo had ik bij een cursus in de homeopathie een setje eerste hulpmiddelen aangeschaft om het nu eens “aan den lijve” te ondervinden. Ik probeerde enkele middelen op mijn vrienden en familieleden uit, maar nog niet met resultaat.
Totdat op een avond een vriend bij het schaatsen een flinke smak op het ijs maakte. Ik was erbij toen hij werd thuisgebracht.
Hij strompelde naar binnen. Zijn ene knie was sterk gezwollen en zag er akelig blauw en paars uit. Hij bleef zitten waar men hem had neergezet en niemand mocht zijn knie aanraken. Hij kon geen stap meer zetten. “Een dokter heb ik niet nodig”, zei hij. Het zou zo ook wel overgaan...
Na enig aanhouden wilde hij van mij dan wel een paar korreltjes Arnica aannemen. Wij hadden hem echter het liefst direct richting ziekenhuis zien gaan.
Tot ieders - en zeker mijn eigen - verbazing zagen wij onze vriend de volgende morgen door de gang wandelen. Hij liep nog wel voorzichtig, maar zonder pijn. Van een zwelling was niets meer te bespeuren. De knie was nog wel een beetje blauw, maar ook dit was veel minder dan de avond tevoren. Door dat “incident” was ik overtuigd. Voor mij en mijn huisgenoten was Arnica een wondermiddel geworden.