Op de boude vraag van zanger Bart Peeters ‘waarom de waanzin het verstand versloeg’ zoekt deze opiniebijdrage een deel van het antwoord in de gedachteloosheid die ons opzadelt met dat banale kwaad van de waanzin. De auteur publiceerde dit artikel bij Pala vzw onder de schuilnaam Suze Meesweg, en deelde het recentelijk met Homeopathisch Bekeken voor herpublicatie.
Waanzin of verstand
Waanzin?
We worden bijna dagelijks om de oren geslagen met slecht nieuws over de toestand van ons milieu en de gevolgen ervan voor menselijk leven. Wie blijft onberoerd bij berichten over en beelden van de rampzalige gevolgen van stormen en orkanen, watersnoden of buitengewone droogte, of bij het schrikbarende nieuws over het verdwijnen van insecten en, in de nasleep daarvan, mogelijk vele andere diersoorten?
Verstand?
Men kan niet negeren dat wetenschappelijke en technologische vernieuwingen die sinds de industrialisatie een hoge vlucht genomen hebben – en vooral de weinig doordachte maatschappelijke toepassingen ervan - mee aan de basis liggen van verschillende negatieve milieuontwikkelingen. De menselijke impact op de mondiale klimaatverandering is het gevolg van een alsmaar stijgende energiebehoefte en, daarmee samenhangend, het massale gebruik van niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen. De drastische daling van het insectenbestand is onder andere een gevolg van bestrijdingsmiddelen die in de intensieve land- en tuinbouw worden gebruikt.
Het banale kwaad - de waanzin - is een systemisch resultaat
Hannah Arendt betoogt dat het kwaad banaal is, wanneer het niet doelbewust nagestreefd wordt, maar voortkomt uit gedachteloosheid. Gedachteloosheid is het kritiekloos uitvoeren van dat waar men door systemen toe aangespoord wordt. Het banale kwaad - de waanzin - is een systemisch resultaat, voltrokken door mensen die zich van geen kwaad bewust willen of kunnen zijn. De voor mensen schadelijke ecologische en sociale omstandigheden op onze planeet – over dit ‘kwaad’ heb ik het in dit opiniestuk - fungeren als mijn feitelijke referentie.
Ecologische omstandigheden verwijzen naar verstoorde ecosystemen. Die verstoringen zijn het gevolg van lichtzinnige ontginning, overmatig ge- en verbruik van zowel hernieuwbare als niet-hernieuwbare grondstoffen. De kwaliteit en kwantiteit van natuurlijke hulpbronnen - ecosystemen en grondstoffen – oefenen een rechtstreekse invloed uit op het potentieel en de mogelijke opties die mensen hebben om hun menswaardige samenleven te organiseren.
De sociale omstandigheden verwijzen naar de zeer ongelijke verdeling van natuurlijke en door mensen geproduceerde rijkdommen en, er mee samenhangend, zeer ongelijke kansen tot menselijke ontplooiing via onderwijs, arbeid, voeding, huisvesting, gezondheidszorg.
Duurzame ontwikkeling is mijn morele referentie. De diverse en onderling sterk afhankelijke samenlevingen in onze economisch globaliserende wereld moeten zodanig evolueren dat zowel huidige als toekomstige generaties in staat zijn om menswaardige samenlevingen uit te bouwen.
Zorg dat je mee
bent met de nieuwe
ontwikkelingen
Gedachteloosheid in onverdachte hoek, en elders
In dit opiniestuk verken ik gedachteloosheid in onverdachte hoek: in wetenschaps- en innovatiesystemen in industriële en industrialiserende landen. Ik noem deze hoek onverdacht, omdat denken er geacht wordt de hoofdbezigheid te zijn.
Maar voor we onze fronsende blik eenzijdig wenden tot wetenschappers en technologen dienen we er ons rekenschap van te geven dat wetenschap en innovatie mede vorm krijgen via beleidsmakers, ondernemers en burgers. Ik opper dat velen onder ons schuldig zijn aan een zekere vorm en mate van gedachteloosheid. Of anders geformuleerd, het mee door wetenschap en technologie mogelijk gemaakte genoeglijke leven dat de bevoorrechte leden van de wereldbevolking in de 21e eeuw mogen leiden vormt een ideale voedingsbodem voor gedachteloosheid.
Bij burgers – even goed als bij beleidsmakers, ondernemers en onderzoekers - doet gedachteloosheid zich voor als de overtuiging dat wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen autonoom zijn: niet tegen te houden of te sturen. De maatschappelijk heersende imperatief luidt dan ook: ‘Zorg dat je mee bent met de nieuwe ontwikkelingen’. Anders val je uit de boot op de arbeidsmarkt of bij het beheer van je onderneming, huishouden of sociale netwerken. Dit geloof in wetenschappelijk en technologisch determinisme ontkent dat beleidmakers, onderzoekers, ondernemers én burgers dagelijks keuzes maken die wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en maatschappelijke toepassingen ervan vorm geven.
Bij wetenschappers en technologen schuilt gedachteloosheid in het gebrek aan inzicht in de maatschappelijke rol en impact van wetenschap en technologie in onze economisch globaliserende wereld. Veel wetenschappers en technologen werken met grote gedrevenheid. Zij ambiëren een betere wereld en zijn ervan overtuigd dat wetenschappelijke en technologische vooruitgang daartoe onontbeerlijk zijn. Jammer genoeg identificeren ze zich vaak zo sterk met deze ambitie dat ze de januskop van deze ontwikkelingen niet onder ogen zien.
Enerzijds hebben wetenschap en technologie bijgedragen tot het oplossen van lokale of globale problemen. Anderzijds zijn zij er vaak juist de oorzaak van. Dat komt vooral omdat wetenschappelijk en technologisch onderzoek wereldwijd te eenzijdig gefinancierd wordt vanuit economische overwegingen. En daar lijkt de wetenschappelijke gemeenschap niet—althans niet merkbaar- wakker van te liggen.
Wetenschappelijke en technologische januskop
Oneindige economische groei kan niet op een eindige planeet
Hier stuiten we op gedachteloosheid op beleidsniveau. Europa heeft in de Strategie van Lissabon (2000) vastgelegd dat het de meest kennisintensieve economie van de wereld wil zijn. De onderliggende redenering is dat kennis leidt tot innovatie en innovatie tot economische groei. Hoe valt het toch te begrijpen dat de nationaal en internationaal beoogde economische groei zo ongenuanceerd aanvaard wordt als na te streven doel, terwijl het de logica zelf is dat oneindige groei op een eindige planeet niet kan?
Het grootste deel van de Europese onderzoekssubsidies gaat naar onderzoek dat de Europese economische concurrentiepositie kan verzekeren en versterken. Dit bijvoorbeeld door natuurlijk kapitaal (bv. schaarse materialen of menselijke energie) te vervangen door kunstmatig kapitaal (bv. nanomaterialen en al dan niet hernieuwbare energie). De gezondheidsrisico’s van nanomaterialen op lange termijn zijn nog onvoldoende gekend, maar toch overheerst het geloof dat nanotechnologie ‘vooruitgang’ mogelijk maakt.
De publieke en private financiering van onderzoek is er in grote mate op gericht de productiviteit te verhogen. Vandaar een niet te verwaarlozen vernauwing van de onderzoeksbril. Vooral materialen- en energie-efficiëntie en optimalisering (sic!) van productie-, distributie- en… zorgprocessen (!) zitten in het vizier. Kortom: robotisering en artificiële intelligentie worden het nieuwe normaal. Exacte wetenschappers worden dan ook, in vergelijking met hun collega’s van de humane en geesteswetenschappen, financieel in de watten gelegd.
Sterke gerichtheid op productiviteit leidt tot vernauwde onderzoeksbril
Kritische geluiden
Gelukkig is gedachteloosheid geen absoluut fenomeen. Getuige spraakmakende kritische geluiden uit de onderzoeks- en ondernemerswereld. Stephen Hawking en Elon Musk zijn niet de enigen die waarschuwen dat recente ontwikkelingen een existentiële bedreiging voor de mensheid kunnen vormen.
Desondanks lijken Stephen Hawking, Elon Musk en zijn kompaan Richard Branson, hun autoriteit en financieel vermogen voorlopig niet in te zetten om de koers van het wetenschaps- en innovatiesysteem om te gooien. Integendeel, samen met andere fysici en astronomen deinzen zij er niet voor terug te mikken op een, wat mij betreft, totaal onaantrekkelijke exit strategie richting onherbergzame ruimte. Wat een afgang: exploitatie van de hulpbronnen op onherbergzame planeten in plaats van herstel en bewaring van het voor mensen geschikte milieu op onze planeet aarde.
Voorbij het gemak van niet gestelde vragen
Onderzoek en activisme
Dan lijken mij andere stemmen uit het innovatieveld kritischer en verstandiger. Bijvoorbeeld zij die vragen blijven stellen bij het hoe en waarom van specifieke genetisch gemanipuleerde organismen. Zij nestelen zich niet in het gemak van niet gestelde onderzoeksvragen. Vragen zoals: wiens en welk doel moet innovatie dienen? Zijn door innovatie teweeggebrachte kosten en baten op zowel korte als lange termijn aanvaardbaar of wenselijk? En valt de verdeling ervan over huidige en toekomstige generaties enigszins rechtvaardig te noemen? Helaas worden zij gemakkelijk aan de kant geschoven als activisten.
Wat is een activist? Iemand die via een actie ijvert voor een bepaalde zaak. De heersende opvatting dat wetenschappelijk onderzoek en activisme niet verenigbaar zijn is een miskleun van jewelste. Ze is immers gebaseerd op de mythe dat wetenschap neutraal kan zijn. Wetenschap hoort weliswaar objectief te zijn, maar kan per definitie niet neutraal zijn. Getuige de hoger genoemde inzet ervan voor economische doeleinden en wat ik ‘het gemak van niet gestelde vragen’ heb genoemd.
Dat wetenschap en activisme niet verenigbaar
zouden zijn, is een miskleun van jewelste
Vertaling:
Bord: Stop ! Klimaatverandering, verder rijden niet mogelijk.
Bus: Verder-zo-tours
Uitroep: Geen paniek! Tegen dat we tegen de grond vallen hebben we nog een massa tijd om een andere oplossing te vinden!
Cartoon van Gerhard Mester
Burgerinitiatieven
Misschien zijn niet-gouvernementele organisaties en groepen burgers die op lokaal niveau hun kennis en expertise inzetten om uitdagingen aan te pakken, het minst vatbaar voor gedachteloosheid omdat zij gedreven worden door manifeste problematische situaties. Getuige het uit de grond schieten van vele burgerinitiatieven die zowel op ecologische als sociale duurzaamheid mikken en experimenteren met een ander soort economie.
Ook op beleidsniveau zijn niet te verwaarlozen stappen in de goede richting gezet. Denk aan de aanvaarding van de globale agenda van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Of de inspanningen binnen het departement Onderzoek van de EU om de koers van door Europa gesubsidieerd onderzoek en innovatie bij te sturen in een verantwoordelijke richting: Research and Innovation (R&I) moet voortaan Responsible Research and Innovation (RRI) worden.
Wetenschappelijk verstand is aan bezinning toe
Helaas slagen de vele vormen van klein en groter verzet er tot op heden niet in die systemische veranderingen teweeg te brengen die de mensheid terug in veilig vaarwater brengen en gedachteloosheid als ondeugd onschadelijk maken. Het verstand is, in alle geledingen van het R&I-systeem, aan een diepgaande bezinning toe.