Homeopathische Remedies | Nux Vomica
Riate Bremer
Het homeopathisch geneesmiddel Nux vomica wordt bereid uit de zaden van een boomsoort die in de heuvelachtige gebieden van de kustlijn van India, Sri Lanka, Maleisië, de Indonesische Archipel en Noord- Australië voorkomt: de Srychnos nux vomica.
In het tropisch klimaat gedijt deze boom bijzonder goed.
De boom wordt niet hoger dan 10-13 meter en draagt grote, stevige bladeren. De vruchten lijken op kleine appeltjes, hebben een wit vruchtvlees, een leerachtige schil en bevatten ieder 3-5 schijfvormige zaden. De schil is as- tot groengrijs en is radiaal geribbeld, wat hen de naam "kraaien-ogen" bezorgde. Hun vaker gebruikte naam braaknoot, danken ze aan het feit dat bij een vergiftiging hevige braakneigingen kunnen optreden, al is dat niet altijd het geval. Vruchtvlees en zaden smaken intens bitter.
Bevat strychnine
De zaden bevatten alkaloïden, waarvan strychnine het belangrijkste is. Naast veel andere stoffen valt de aanwezigheid op van een looizuur, dat ook voorkomt in maté bladeren waarvan indianen thee zetten en in de zaden van Coffea arabica, de ons welbekende koffiebonen. In de homeopathie worden maar enkele strychnine bevattende plantensoorten gebruikt, waaronder Nux Vomica en Ignatia.
Als zogenaamd “verdelgingsmiddel van ongedierte” wordt strychnine veel gebruikt. Er werd ook wel mee gevist door het viswater te vergiftigen, zodat de vissen voor het opscheppen lagen. Verboden uiteraard en ook niet zonder risico voor de consument.
Mensen en honden zijn zeer gevoelig voor het gif van de braaknoot: een heel kleine dosis kan al te veel zijn. Katten zijn veel minder gevoelig, slakken worden er niet door vergiftigd en neushoornvogels eten de zaden zelfs zonder probleem. Het spreekt vanzelf, dat het geneesmiddel Nux vomica dermate verdund is tijdens het potentiëren, dat het absoluut onschadelijk is. Anders zou het ook niet verkocht mogen worden.
DE INVLOED VAN BRAAKNOTEN IN ONVERDUNDE VORM
Beschrijvingen van vergiftigingsverschijnselen wijzen steeds op een sterke overprikkeling van het centrale zenuwstelsel met name door de strychnine.
Onder normale omstandigheden kan het lichaam via reflexen snel reageren op bedreigende omstandigheden. Tijdwinst wordt hierbij geboekt doordat zintuigprikkels die normaal via de hersenen verwerkt worden voordat ze spieren en klieren activeren, bij een reflex kortgesloten worden via bepaalde zenuwcellen in het ruggenmerg.
Bij een sterke prikkel (een hard geluid, een felle lichtflits, een overweldigende stank) zetten ze terstond een reflex in werking, die van levensbelang kan zijn. Bij zwakke en matige prikkels worden diezelfde cellen in hun werking geremd door een bepaalde stof, en dat is maar goed ook, want onze zintuigen geven een onophoudelijke stroom van informatie door aan de hersenen.
In de hersenen wordt beoordeeld of de ontvangen informatie zo belangrijk is dat er een reactie op dient te volgen, of dat ze maar beter genegeerd kan worden. Zou dat niet het geval zijn, dan was het lichaam constant in een uiterst gespannen toestand, wat bij gevaar overigens heel nuttig is.
Strychnine heft de remmen op die de reflexen onderdrukken, zodat iedere zintuigprikkel, hoe zwak ook, constant aanleiding geeft tot geeft tot reflexmatige spierspanningen, spasmen en krampen.
Bij een braaknootvergiftiging worden krampaanvallen afgewisseld door korte perioden van totale verslapping. Dringt op zo’ n moment een nieuwe prikkel door (een geluid of aanraking is al voldoende) dan schiet het lichaam ineens weer in een volgende kramptoestand. Er is dus steeds sprake van hevige, oncontroleerbare reacties op zelfs heel zwakke prikkels van buitenaf.
Nux vomica heeft het heel goed voor met zichzelf maar ook met zijn omgeving.
KLINISCHE SYMPTOMEN
Nux vomica is een veel gebruikt en uitvoerig getest middel met een veelheid aan symptomen. Het eerste waar nogal eens aan gedacht wordt is klachten van maag en darmen, speciaal bij mensen met een onverstandige voedselkeuze en een zittende levenswijze. Er zijn boekjes genoeg, die een (te) beperkt overzicht geven van de werking van Nux vomica. Ik wil me hier beperken tot een aantal ver uiteenliggende klachten, die uiteindelijk alle terug te voeren zijn op de spierkrampen, die hiervoor al genoemd werden:
Maag- en darmklachten: krampen en kolieken, gepaard gaande met a) een veelvuldige stoelgang of b) verstopping. Begeleidende verschijnselen kunnen zijn: een stuwingshoofdpijn en (karakteristiek) een aan de basis beslagen tong. Tijdens het eten kan al maagpijn optreden, door welke aanleiding dan ook, al wordt Nux vomica toch het meest geselecteerd bij nerveuze maag- en darmklachten. Ondanks de naam braaknoot komt braken in het testbeeld weinig voor. Wel klachten met een opgeblazen maag, maagslijmvliesonsteking en maagzweren.
De remedie is verder gekenmerkt door krampen van de sluitspier van de blaas, krampen ter hoogte van de baarmoeder, spanningen in de borstkas en hoofdpijn.
Lichamelijke kenmerken
Het stereotype beeld van Nux vomica is heel kort samen te vatten: een eerzuchtige, ambitieuze, hardwerkende manager, die van kost wat kost zijn zaken op orde wil hebben en daarbij zichzelf en zijn omgeving duchtig over de toeren jaagt.
Om dat tempo bij te kunnen houden grijpt hij vaak naar koffie, tabak en heeft behoefte aan stevige, gekruide maaltijden met flink wat vet. Hij gunt zich geen rust ondanks een veelal zittende levenswijze. Alcohol geeft althans de illusie van ontspanning. Op de duur raakt hij overspannen, geïrriteerd over kleinigheden en op ergernis reageert hij met sarcasme of met ongecontroleerde woedeaanvallen.
Dit kort geschetste beeld is een karikatuur. Best handig om te onthouden, want een een aantal karakteristieken zijn hierin dermate overdreven, dat je ze niet meer vergeet.
Als regel vertonen mensen die bij Nux vomica passen een heel wat gematigder gedrag en - zoals overal in de homeopathie - zijn er heel wat nuanceringen aan te brengen. Man of vrouw, al dan niet carrière-gericht, kind of volwassene, er zijn heel wat variaties op het Nux vomica-beeld, al zullen een aantal karakteristieke kenmerken toch altijd wel min of meer aanwezig zijn'
Ik wil hier een aantal van die symptomen naar voren halen en daarbij zoveel mogelijk teruggrijpen naar de letterlijke omschrijvingen zoals Hahnemann die gegeven heeft. Zijn typeringen bevatten meestal een bondige weergave van essentiële kenmerken, die de kern van een geneesmiddelbeeld hetzij zuiver formuleren, hetzij er subtiel naar verwijzen.
Nux vomica is overgevoelig voor zintuiglijke prikkels die irritatie opwekken: hij verdraagt geen sterke geuren en fel licht, geen herrie of muziek, kan er niet tegen aangesproken te worden, hij beleeft alles zo intens.
Hij is niet in staat om zelfs kleine incidenten te laten voor wat ze zijn en hij geeft meteen een heftige reactie. Hij verdraagt geen tegenspaak, wordt boos, woedend zelfs, gaat schelden en schreeuwen, slingert verwijten in het rond, munt uit in grof taalgebruik, zou zijn tegenstander een klap in het gezicht willen geven, zou in staat zijn om zijn tegenstander letterlijk te vermoorden om een kleinigheid, raakt buiten zichzelf van woede, trilt van emotie, gooit dingen kapot.
Beheerst hij zich op zo'n moment, dan uit hij zich even destructief als bij een woedeuitbarsting. Sarcasme is ook een wapen; berispt anderen streng over hun fouten, weigert koppig om een ander ook maar iets toe te geven, trekt zich terug in vernietigende stilte.
De hierboven genoemde overgevoeligheid voor prikkels en de overdreven reactie erop doen denken aan de lichamelijke reactie op zintuigprikkels: ook ongecontroleerd heftig. Het lijkt erop of ook op het mentale en vooral emotionele vlak alle remmen weggevallen zijn. De reactie is niet aangepast aan de omstandigheden, maar hij gaat er meteen voluit tegenaan. Ook hier ontbreekt een innerlijk afwegen van wat wel en wat niet gedaaan zou moeten worden.
Op de grens van het lichamelijke en emotionele vond ik een opvallend symptoom: bij het zien van een object dat haar irritatie opwekt, trekt er een schok door haar benen en het hele lichaam, ze is gedurende een uur bijna (insensible) = bewustloos / dichtgeslagen, een duidelijke parallel, waarvan je je kunt afvragen of er iets gemeenschappelijks aan ten grondslag ligt, en zo ja, wat.
Wat wekt nu speciaal de woede op?
Bij het ordenen van de symptomen, die daarop betrekking hebben, valt vooral op alles wat te maken heeft met kwetsing van het eigen eergevoel door anderen.
- lichtgeraakt, denkt van alles meteen het slechtste, klachten door beledigingen, verontwaardiging, na vermaningen, door ruwe bejegening, kleinering
- verlangt ernaar dat anderen een goede opinie over hem zullen hebben, verdraagt geen grapjes over zichzelf, trekt het zich erg aan als een vriend hem "verraadt". Hij is verdrietig en gaat zuchten als iemand op hem neerkijkt.
- verbeeldt zich zelfs dat anderen hem bespotten, grappen over hem maken, of dat ze practical jokes met hem zullen uithalen. Meent dat mensen hem uitdagen om vragen te beantwoorden (waarop hij het antwoord niet weet) en hem op die manier voor schut zetten.
Hij houdt er niet van dat hem vragen gesteld worden. Hij kan er erg boos over worden of zich in stilzwijgen hullen als het toch gebeurt. Zelf iets meedelen is geen probleem, maar o wee als je het antwoord niet weet. Hij is ook geen zelfverzekerde beslisser als het om dingen gaat dingen waar hij zelfstandig over moet nadenken:
- iets, hij weet zelf niet wat, hindert hem bij zijn wetenschappelijk werk.
- Hij is bang voor werk, waarbij hij zelf moet nadenken en eigen ideeën moet ontvouwen, in het bijzonder wanneer hij die mondeling of schriftelijk bekend moet maken, terwijl hij geen moeite heeft met lezen en uit het hoofd leren.
- hij maakt nogal eens vergissingen in woordgebruik, met gewichten en maten, hij lijdt onder een constante gedachtenstroom, hij kan zijn gedachten niet ordenen.
Goed en kwaad
Zo ongemerkt leiden al deze symptomen naar het opmerkelijkste, waarmee Hahnemann zijn lijst van ruim 1300 symptomen afsluit: hij is zich helder bewust van zijn bestaan, heeft een verfijnd, sterk en passend (proper) gevoel voor wat goed en verkeerd is.
Je kunt ook spreken over goed en kwaad, maar dat gaat veel dieper dan de dagelijkse beslissingen, waarmee Nux vomica het al zo moeilijk heeft.
Het ziet er naar uit dat hij dat fijne, sterke en goede gevoel voor wat goed en verkeerd is niet meer tot zijn beschikking heeft, net zoals de cellen van zijn ruggenmerg het vermogen verloren hebben om eigen beslissingen te nemen en daarmee een speelbal van invloeden van buitenaf zijn.
Het terugvinden van een toestand, waarin hij zijn zelfstandig oordeel kan laten groeien en rijpen is van essentieel belang. Zijn zelfvertrouwen kan dan groeien, hij wordt minder afhankelijk van het oordeel van anderen en bij confrontaties hoeft hij zich niet meer zo te verweren. Er wordt wel eens gezegd: hij is is een ander mens geworden. Het komt me voor dat hij dan pas zichzelf kan zijn. Met al die werklust en ambities kan Nux vomica veel presteren en zonder al die irritaties zal hij het kunnen volhouden ook.
Nux vomica heeft het eigenlijk heel goed voor met zichzelf maar ook met zijn omgeving. Hij geniet ervan als hij oprecht geprezen wordt. Ook aaien, strelen en liefkozen vindt hij heerlijk, het kan hem niet lang genoeg duren. Eigenlijk is hij, behalve flink, ook heel aardig wanneer hij zichzelf en zijn geluk tenminste niet in de weg zit.
HB11/91-10