40 jaar VSU

deel 3

Ingrid Hardy, juni 2021

Ter gelegenheid van de 40ste verjaardag van de VSU vroegen wij Ingrid Hardy om een tekst te schrijven over de jaren waar zij als secretaresse voor de VSU werkte (1983 tot 1998)

Ingrid is laborante en tandartsassistente en daarom vertrouwd met de medische terminologie, wat het begrijpen van de homeopathie vergemakkelijkte.

Om gezondheidsredenen moest zij in 1998 stoppen met werken.

Ingrid verteld hier over de beginjaren in van de VSU-administratie, secretariaat en boekhouding enerzijds en het ontstaan van het tijdschrijft Homeopathisch Bekeken. 

 

VSU-administratie

Welke evolutie VSU heeft meegemaakt in deze tijdspanne zullen anderen hier wel vertellen, die zullen dat beter kunnen dan ikzelf. Ik verkies om te schrijven hoe ik zelf de ontwikkeling vanaf het begin heb ervaren en wat mijn job allemaal inhield.

VSU werd opgericht in 1981 en 2 jaar later bleek er behoefte aan administratieve hulp om alles georganiseerd te krijgen. Het begon allemaal heel simpel en kleinschalig met een parttime job. Ik zie mij nog zitten, typend op een gewone typemachine aan de tafel in de living van de toenmalige voorzitter Dr Frederik Schroyens.

Van een bureau was er nog geen sprake. Doch VSU groeide snel en een echt secretariaat werd al snel onontbeerlijk. Daarvoor heeft Dr Schroyens dan een verbouwing gedaan bij hem thuis om dit mogelijk te maken. Ondertussen was er zoveel werk bij gekomen door het groeiend aantal studenten dat een fulltime job noodzakelijk werd.

Mijn werk was zeer afwisselend en heel interessant, ik heb dat altijd met veel enthousiasme gedaan. En gezien ikzelf ook voorstander was (en nog steeds ben) van homeopathie voor mezelf, was ik erg geïnteresseerd in de lessen die gegeven werden. Door mijn job kon ik kennis maken met alle boeken die de studenten ook gebruikten. De cursussen die uitgedeeld werden voor elke les en opgesteld waren door diverse lesgevers kon ik ook allemaal inkijken.

Mijn interesse in homeopathie evolueerde tot een passie, en omdat ik zelf had ervaren hoe waardevol homeopathie is in het genezingsproces, wou ik daar alles van begrijpen. Dus heb ik van mijn job gebruik gemaakt om op diverse manieren kennis op te doen. Niet alleen door zelfstudie, maar ook door de vele gesprekken die ik kon voeren met lesgevers of andere homeopaten. Soms kon ik ook een deel van de les mee volgen. Ik heb zelfs eens deelgenomen aan een evaluatie en dit met een goed resultaat. Kortom, naarmate VSU uitgebreider werd en op een bepaald moment meer dan 100 studenten telde spendeerde ik veel van mijn vrije tijd aan het lezen van de Materia Medica en het uitpluizen van het Repertorium Synthesis.

Ondertussen had de computer zijn intrede al gedaan in mijn bureau, een klein bakje van Apple met klein zwart-wit scherm, maar wel met een muis. Maar in dat kleine bakje zaten reeds interessante programma’s die het administratieve werk veel sneller lieten verlopen. De fichebak werd dus afgedankt. Dit bevatte naast een Word- programma tevens een zeer gebruiksvriendelijke database waarin alle gegevens van iedereen die bij VSU betrokken was konden opgeslagen worden.
De ontwikkeling en uitbreiding van VSU was niet te stuiten, en dat bracht steeds meer administratief werk mee, wat ik op den duur niet meer alleen aan kon. Er werd een boekhoudkundig programma aangeschaft en elke week op donderdagnamiddag ging ik daaraan werken bij de penningmeester Dr Vermeire in St Niklaas. Daar hadden we ook hulp van een boekhouder als het nodig was.

 

Een tijdschrift voor homeopathische patiënten en geïnteresseerde leken.

In 1985 werd dan besloten om een tijdschrift op te richten, ter informatie voor homeopathische patiënten. Dit kreeg de naam “Karakteristiek”. Korte tijd later is er samenwerking ontstaan met enkele Nederlandse homeopaten die interesse hadden om samen een tijdschrift te maken voor Vlaanderen en Nederland. Dit kreeg dan de naam “Homeopathisch Bekeken”. Er werd een redactieraad opgericht met enkele Vlaamse artsen (o.a. Dr Kris Genbrugge) en 2 Nederlandse artsen (Frans Kusse en Paul te Lintelo). Ook enkele vrijwilligers werkten eraan mee.

Om de 3 maand werd een redactieraad gehouden op een avond in de week in Breda (Nl) en daar moest ik natuurlijk altijd bij zijn om van het geheel een verslag te maken en de planning op te stellen van de volgende nummers. Dat hield in dat ik meestal na middernacht weer thuis in Gent arriveerde (van een interessante job gesproken!!). En dat in een tijd dat er nog geen gps of gsm bestond.

Elk nieuw tijdschrift had een eigen thema, zoals bv. homeopathie bij zwangerschap, homeopathie bij dieren, homeopathie bij maag- en darmklachten enz…. Het leeuwendeel van de teksten werd geschreven door de 3 vaste redactieleden: Dr Kris Genbrugge, en de 2 Nederlandse artsen. Voor de rest moest ik teksten gaan “ronselen” bij diverse lesgevers of ervaren homeopaten van buiten VSU., o.a. bij leden van KBVH of de Masigroep.

Er werd ook een tekenaar gevonden om illustraties te maken bij de teksten van het tijdschrift.
Ook voor het opstellen, drukken en verzenden van het tijdschrift kwam er meer hulp. Op de computer kwam er een programma Page Maker bij, speciaal gemaakt voor het maken van tijdschriften. Nadat ik de teksten van de artikels had getypt werden ze door iemand anders overlezen om de tik- en taalfouten eruit te halen. Dan maakte ik met het programma Page Maker een layout van alle artikels en illustraties zodat het eindproduct een aantrekkelijk tijdschrift werd.

Afwisselend was wel dat ik ook “buitenwerk” had, zoals de teksten van het tijdschrift naar de drukker brengen, de drukproef gaan bekijken, de gedrukte tijdschriften naar de post brengen, later naar een beschutte werkplaats die ze moest adresseren, daarna volgens de postcode moest sorteren om ze te kunnen versturen. Het aantal abonnees van het tijdschrift in Vlaanderen en Nederland samen steeg voortdurend. De tijdschriften voor de Nederlandse abonnees moest ik naar de post brengen in Sas van Gent (Nederland). We hadden daar ook een postbus om brieven van Nederlandse lezers te ontvangen.

Dr. Patrick Rogiers

Na 1998 ben ik in de jaren nadien toch nog enigszins actief geweest bij het redactionele werk. Dit deed ik toen vnl. samen met mijn toenmalige partner Dr Patrick Rogiers (overleden in 2017 op 58-jarige leeftijd).

Wij hebben samen heel wat artikels geschreven zoals: een homeopathische visie op een of ander beroemd personage (bv. Lodewijk XIV, Raspoetin, koningin Victoria enz…). Dan schreef ik eerst het levensverhaal van deze persoon, terwijl Patrick een homeopathische visie formuleerde over dit personage en daar het passende middel bij vermeldde. Al deze artikelen die zeer talrijk waren hadden we dan gebundeld tot een boek met illustraties bij, maar het is nooit gelukt om dat uit te geven.

Ook veel boekbesprekingen werden door ons beiden geschreven. Daarvoor moest ik het boek eerst helemaal gelezen hebben. Een markant voorbeeld: Madame Bovary van Gustave Flaubert. Het personage van Madame Bovary was fascinerend.

In de kader van ons 40 jarig bestaan brengen we als bloemlezing de fabels van La Fontaine uit de reeks “De Homeopatische Visie” (tijdschrift HOMEOPATHISCH BEKEKEN N° 64). Deze wel bekende fabels van La Fontaine dienen als bron om jullie om de typische kenmerken van een aantal veel gebruikte homeopathische middelen (polychresten) voor te stellen.

 
Geplaatst in Achtergrond, Actualiteit, Alle rubrieken en getagd met , , .