Homeopathische Remedies | Hypericum
Riate Bremer
Hypericum hoort thuis in de Hertshooifamilie, ook aangeduid als Hypericaceae (Synoniem Guttieirae). Deze bestaat uit ongeveer 200 soorten.
Oorspronkelijk kwamen ze voor in de gematigde zones van Midden-en Zuid-Europa. Van daar zijn ze door de mens verbreid over soortgelijke streken van Azië en Noord-Amerika. Ons land kent 16 soorten waarvan de in de homeopathie en natuurgeneeskunde gebruikte soort het meet voorkomt onder de naam Sint-Janskruid.
Waar andere soorten kiezen voor een staanpaats in bossen of moerassen heeft onze Hypericum een voorkeur voor droge verwilderde open terreinen, weiden en wegkanten.
Sint-Janskruid ontspruit uit een houtige wortelstok en het onderste deel van de strengel is bij oude planten ook licht houtig. De stengel groeit recht omhoog, vertakt zich bovenaan en draagt aan ieder uiteinde van zo’n takje felgele bloemen. De bloem en kelkblaadjes zijn lancetvormig en doorgaans minder dan 1 cm lang. De bladeren zijn iets groter maar duidelijk breder: ovaal tot omgekeerd eirond. Typerend zijn in het blad de vele kliertjes, die een etherische olie bevatten. Tegen het licht gehouden kun je door die kleine ronde kliertjes heen kijken. Vandaar de naam Hypericum perfoliatum (door het blad heen) of perforatum (geperforeerd).
Het is een echte zomerbloeier: van ongeveer 24 juni – de dag van Sint-Jan – tot in september. De bloeiende plant heeft een kruidige, wat op wierook gelijkende geur. Door het gehalte van aromatische harsen. Wellicht daardoor de Franse naam voor de plant: Chasse diable, omdat men meende gasten en zelfs de duivel te kunnen verjagen met een bosje hertshooi.
Inhoudstoffen:
De bekendste inhoudsstof is hypericine, een stof, die naast de gele stoffen van de bloem verborgen is. Wie verse bloemen van het Sint-Janskruid tussen de vingers wrijft zal merken dat er bloedrood sap op de huid terecht komt. Hippocrates en Paracelsus prezen de geneeskrachtige werking, die boven vele andere uit zou gaan (Hyper-) . Zij prezen het aan bij brandwonden. Tegenwoordig worden de bloeiende toppen van de plant uitgetrokken in olijfolie, waarbij een roodgetinte olie ontstaat die een gunstige werking heeft op moeilijk genezende zweren en wonden. Voor het homeopathisch geneesmiddel Hypericum wordt een extract van de hele plant, inclusief de wortel, gebruikt. De giftige werking van het hypericine wordt versterkt onder invloed van licht, het heeft een zogenoemd fotodynamisch effect. Niet alleen eencellige diertjes worden er door vergiftigd. Ook vissen en andere dieren in de natuur hebben er onder te lijden. Bij dieren op de boerderij zijn het vooral dieren met weinig pigment, zoals witte schapen en varkens die problemen krijgen na de consumptie van Hypericum. Ook in Boekweit (Fagopyrum) komt een dergelijke invloed van het licht voor. Voor mensen met een extreem licht/zongevoelige huid kan Hypericum, naast andere middelen overwogen worden.
“Voor zenuw-beschadigingen is Hypericum onovertroffen.”
Homeopathisch gebruik:
Hypericum kan, mits goed gekozen, heel effectief zijn bij letsels van het zenuwstelsel. Daar waar een felle pijn langs de zenuwbaan uitschiet vanaf de gekwetste plek naar het centrum van het lichaam toe bewijst Hypericum goede diensten. De gemene pijnen in vingers die tussen een deur geklemd worden, de pijn als een paard even de kans grijpt om op de tenen van de berijder te gaan staan, is met hypericum snel te verhelpen. Als er sprake is van een open wond moeten we vooral denken aan een wond met uitgescheurde randen. Voor steekwonden en sneden zal wellicht eerder een ander geneesmiddel in aanmerking komen. Ledum helpt bij steekwonden: spijker, splinter, punaise. In dat geval is er geen sprake van een scherpe zenuwpijn, maar eerder van een zeurende pijn. Het soort pijn geeft in dat geval de doorslag bij de keuze van het middel.
Heel kenmerkend is ook de werking op het ruggenmerg na een val op het stuitbeen (schaatsers) of bij een val van de trap waarbij of het stuitje of een deel van de wervelkolom met de treden in aanraking komen. Eerste keuze hierbij is Hypericum. Uit de praktijk zijn verbeteringen na de restverschijnselen van een hersenschudding bekend, maar in dat geval is het aantal mogelijke middelen groter. Ook bij letsels van pezen kan Hypericum goede diensten bewijzen. Als er bij een wond kans is op infectie met tetanus door aarde of vuil van grote en kleine huisdieren (maar net zo goed bij een dier dat in een spijker geeft getrapt en zo zelf aan een infectie bloot staat) blijken Ledum en Hypericum effectief als ondersteuning, al zal een goede controle door een arts overwogen dienen te worden.
Mentale klachten zijn er wel, maar ze zijn doorgaans een gevolg van het zenuwstelsel en geven daarom geen echt mentaal beeld. Bij een hersenschudding, rugletsel of shock ligt het voor de hand, dat er sprake is van hoofdpijn, aanhoudende duizeligheid, concentratiestoornissen, onevenwichtig gedrag en schrik over wat er gebeurd is. In de homeopathie worden zulke symptomen – zogenoemde banale symptomen – minder hoog ingeschat dan de echte karakteristieken en opmerkelijke symptomen, die rechtstreeks naar een bepaald middel kunnen verwijzen. Het gaat dan immers om een strikt individuele behandeling. Voor zenuwbeschadigingen zoals hier genoemd is Hypericum echter onovertroffen.
HB 32/96-13